Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
23 oktober 2018 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres(gemachtigde: A.F.M.J. Verhoeven),
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
12 mei 2017, nr. 15/03459, ECLI:NL:HR:2017:847). De rechtbank volgt eiseres dan ook niet in haar stelling dat verweerder hiervoor de bewijslast heeft. Eiseres heeft geen bescheiden overgelegd ter onderbouwing van haar stelling dat zij teveel Bpm heeft voldaan. Aldus is niet aannemelijk gemaakt dat op een zich reeds op de Nederlandse markt bevindende (goed vergelijkbare) referentieauto minder dan € 2.177 Bpm rustte en dat sprake is van belastingheffing in strijd met artikel 110 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. Er is dan ook geen aanleiding de verschuldigde belasting op een lager bedrag vast te stellen.