Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1] , te [plaats] ,
[eisende partij sub 2], te [plaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 februari 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 16 mei 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de akte aanvulling bewijsaanbod van de zijde van [eiser c.s.] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 oktober 2018, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
getuigenwil leveren, deze zullen worden gehoord door mr. B. Meijer op een door haar te bepalen dag en uur in een van de zalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag;
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank – ter attentie van de griffie van de sector civiel – opgave zullen doen van de verhinderdata van alle betrokkenen voor een periode van drie maanden na heden, waarna dag en uur voor de verhoren zal worden bepaald;
bewijsstukkenen/of door een ander bewijsmiddel, Arenborg dit
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank – ter attentie van de griffie van de sector civiel – en aan de wederpartij moet opgeven;
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,