ECLI:NL:RBDHA:2018:13995
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake betoging met caravans op grasveldje in Den Haag
Op 21 november 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, samen met verschillende families, een betoging hield op een grasveldje in Den Haag. De betoging was gericht op het verkrijgen van een woonwagenkamp voor 17 plaatsen. Verzoekster had op 22 oktober 2018 caravans en vouwwagens geplaatst op het grasveldje en had op 2 november 2018 een kennisgeving gedaan van de demonstratie aan de burgemeester van Den Haag. De burgemeester had beperkingen opgelegd aan de demonstratie, waaronder een beëindigingstermijn van 21 november 2018, 17:00 uur. Verzoekster maakte bezwaar tegen deze beperkingen en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 21 november 2018 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er nog steeds sprake was van een betoging en dat verzoekster en de andere families niet permanent op het grasveldje verbleven. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bewijs was voor wanordelijkheden of gezondheidsrisico's die de burgemeester had aangevoerd om de demonstratie te beperken. De voorzieningenrechter benadrukte dat het recht op betoging een grondrecht is en dat de burgemeester niet voldoende had gemotiveerd waarom de demonstratie moest worden beëindigd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van verzoekster toegewezen en de opgelegde beperking geschorst tot twee weken na de beslissing op bezwaar. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster. Deze uitspraak is gedaan door mr. G. van Zeben-de Vries, in aanwezigheid van griffier Y.E. de Loos.