Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
ACCESS & BEYOND B.V.,
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 9 oktober 2017 waarbij CDVI verlof is verleend Impro c.s. te dagvaarden in de versnelde bodemprocedure in octrooizaken (hierna: VRO-procedure);
- de dagvaarding van 11 oktober 2017;
- de akte houdende overlegging producties ingediend op 14 november 2017 met producties EP1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, ingediend op 24 januari 2018, met producties GP1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende overlegging producties, ingediend op 21 maart 2018, met producties EP11 tot en met 14;
- de akte houdende overlegging nadere producties, ingediend op 1 mei 2018, met producties EP11b, 15 en 16;
- de akte overlegging nadere producties, tevens houdende reactie op het hulpverzoek van CDVI, ingediend op 2 mei 2018, met producties GP16 tot en met 21;
- de akte overlegging reactieve producties, ingediend op 1 juni 2018, met producties EP17 tot en met 20;
- het e-mail bericht van mr. Salomons van 15 juni 2018 met de mededeling dat partijen overeenstemming hadden bereikt over de hoogte van de redelijke en evenredige proceskosten;
- het e-mail bericht van mr. Salomons van 22 juni 2018 met het bericht dat geen (volledige) overeenstemming was bereikt over de proceskosten en een proceskostenopgave zijdens Impro c.s.;
- het e-mail bericht van mr. Pors van 22 juni 2018, waarbij onder meer bezwaar is gemaakt tegen het alsnog indienen van een proceskostenopgave door Impro c.s.;
- de verdere correspondentie van partijen gericht aan de rechtbank van 22 en 26 juni 2018, over de vraag of (volledige) overeenstemming was bereikt over de proceskosten en het bericht van de rechtbank aan partijen van 27 juni 2018 met de mededeling dat over dit geschilpunt zonodig ter zitting beslist zou worden;
- het e-mail bericht van mr. Salomons van 28 juni 2018 met een aanvullende proceskostenopgave zijdens Impro c.s.;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan door partijen gehanteerde pleitnotities, met dien verstande dat van de pleitnotities van CDVI de randnummers 86 en 87 en de afbeeldingen bij randnummers 173 en 174 zijn doorgehaald, omdat ze niet zijn gepleit, respectievelijk niet als productie zijn overgelegd en van de pleitnotities van Impro c.s. de randnummers 172 tot en met 175 zijn doorgehaald omdat ze niet zijn gepleit;
- het e-mail bericht van mr. Pors van 29 juni 2018, met als bijlage de oorspronkelijke Nederlandse vertaling van de conclusies van EP 1 245 006, waarvan toezending ter zitting is toegezegd.
2.De feiten
Partijen
Lecteur pour clé électronique" (hierna: EP 006 of het Octrooi). EP 006 is ingediend op 7 december 2000, waarbij het prioriteitsrecht is ingeroepen van de Franse octrooiaanvrage 05.01.2000 FR 0000072 van 5 januari 2000. EP 006 is verleend op 18 juni 2003 en is onder andere van kracht in Nederland.
sic], met het kenmerk dat de sleuf (5) in een willekeurige zijde van genoemde plaat uitmondt.
jusque vers’ in [0011] is bestreden) luidt als volgt:
The nature of the eddy currents in the copper pendulum is shown in Fig. 16-11. The strength and geometry of the currents are quite sensitive to the shape of the plate. If, for instance, the copper plate is replaced by one which has several narrow slots cut in it, as shown in Fig. 16-12, the eddy-current effects are drastically reduced. The pendulum swings through the magnetic field with only a small retarding force. The reason is that the currents in each section of the copper have less flux to drive them, so the effects of the resistance of each loop are greater. The currents are smaller and the drag is less.”
3.Het geschil
in conventie
recall-bevel en een bevel tot afgifte ter vernietiging van inbreukmakende producten;
waarbij de beschermingsbehuizing een voorkant en een zijkant heeft en waarbij een antenne in de vorm van een spoel zich achter de voorkant van de beschermingsbehuizing bevindt,met het kenmerk dat
deze ten minstede beschermingsbehuizingeen
enkelesleuf (5) omvat die zich uitstrekt vanaf een
van de randenrand van de zijkant van de beschermingsbehuizing via de zijkant van de
van de beschermingsbehuizing.
of 2, met het kenmerk dat het uiteinde (5a) van de sleuf (5) zich uitstrekt over de middenlijn die de zijden verbindt die grenzen aan de zijde
4.De beoordeling
case lawvan de kamers van beroep van het Europees Octrooibureau ontwikkelde ‘
Problem Solution Approach’.
closest prior art. Figuur 1 openbaart, evenals conclusie 1, een metalen plaat voor de behuizing aan de voorzijde van de antenne, dus tussen de antenne en de te lezen elektronische sleutel. Het verschilkenmerk tussen conclusie 1 en de inrichting van figuur 1 is een sleuf
die zich uitstrekt van een van de randenvan de voorkant van de metalen beschermingsbehuizing – in de huidige Nederlandse vertaling van het octrooi – richting het centrum van de voorkant (dit is ook de lezing van het kenmerk “jusque vers le centre” die CDVI voorstaat).
verklaringvoor het optreden van dit effect van het verschilkenmerk is, dat een sleuf die zich uitstrekt vanaf de rand van de behuizing er voor zorgt dat de Eddy currents een langere weg moeten volgen, daardoor sterk in kracht afnemen en zelfs positief gaan bijdragen aan de flux van de antenne. Dit wordt beschreven op blz. 15 van de deskundigenverklaring van [deskundige A] (r.o. 2.13.1).
Problem Solution Approachonjuist toe.
If, for instance, the copper plate is replaced by one which has several narrow slots cut in it (…) the eddy-current effects are drastically reduced.” Daarbij wordt verwezen naar figuur 16.2 die een metalen plaat met vier sleuven vanaf een van de randen toont. De vakman weet daardoor dat in een metalen plaat die in het magnetisch veld van de antenne is geplaatst Eddy currents optreden en dat die currents aanzienlijk worden verminderd of geneutraliseerd door de metalen plaat te voorzien van een paar sleuven vanaf een van de randen.
Problem Solution Approachluidt voor het hulpverzoek namelijk hetzelfde. Het enige aanvullende onderscheidingskenmerk (de sleuf die zich uitstrekt van de rand van de zijkant van de beschermingsbehuizing) is naar het oordeel van de rechtbank op de in 4.9 en 4.10 overwogen gronden eveneens algemene vakkennis en bovendien ten minste uit JP 123 bekend. Het hulpverzoek kan CDVI derhalve niet baten.