3.1.In het incident
[verzoeker] verzoekt om, uitvoerbaar bij voorraad, voor de duur van de
procedure, VKVE Detachering te veroordelen:
a. aan [verzoeker] te voldoen het verschuldigde salaris van € 2.000,00 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf 1 april 2018 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
b. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke verhoging wegens vertraging van 50% over het aan [verzoeker] toekomende loon ex artikel 7:625 BW;
c. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over de onder a en b genoemde kosten vanaf het
opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening.
In de hoofdzaak
Primair:
[verzoeker] verzoekt om, uitvoerbaar bij voorraad, VKVE Detachering binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking, te veroordelen,:
a. tot vernietiging van de opzegging c.q. het gegeven ontslag op staande voet;
b. tot toelating van [verzoeker] tot de re-integratie teneinde de re-integratiewerkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom van € 500,00, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat VKVE Detachering in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
Subsidiair:
[verzoeker] verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, te betalen binnen twee dagen na de in deze te wijzen beschikking, VKVE Detachering te veroordelen tot betaling van:
a. een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW ter hoogte van € 2.160,00;
b. een bedrag gelijk aan het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren/van rechtswege zou zijn geëindigd (conform artikel 7:677 lid 2 e.v.). Dit betreft een bedrag ad € 2.160,00 bruto;
c. tot betaling van de transitievergoeding ad € 1.440,00 bruto aan [verzoeker] ;
d. betaling van de wettelijke rente over de onder a, b en c genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
e. veroordeling van VKVE Detachering tot verval van de werking van het concurrentiebeding, zoals is opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen VKVE Detachering en [verzoeker] , op grond van artikel 7:653 lid 4 BW nu het eindigen/het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van de VKVE Detachering;
f. verval van de werking van het relatiebeding, zoals is opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen VKVE Detachering en [verzoeker] , op grond van artikel 7:653 lid 4 BW nu het eindigen/het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van de VKVE Detachering;
primair en subsidiair:
en voor zover de voorlopige voorziening als verzocht bij incident geen doorgang kan vinden:
a. doorbetaling van het verschuldigde salaris van € 2.000,00 (bruto) per maand vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf 1 april 2018 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
b. betaling van de wettelijke verhoging wegens vertraging van 50% over het aan [verzoeker] toekomende loon ex artikel 7:625 BW;
c. betaling van de wettelijke rente over de hierboven genoemde punten onder a, b en c genoemde kosten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening.
In het incident en hoofdzaak (primair en subsidiair):
[verzoeker] verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, VKVE Detachering te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van
de gemachtigde en de nakosten bestaande uit € 131,00 nasalaris, vermeerderd met € 68,00 in geval betekening van de beschikking plaatsvindt.