Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 januari 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 16 mei 2018, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 21 september 2018, de daarin genoemde stukken en de opmerkingen over het proces-verbaal van de Staat bij brief van 9 oktober 2018.
2.De feiten
Gelet op de verklaringen van klager en voormelde getuigen alsmede de bekentenis van klager en hetgeen is vastgesteld met betrekking tot het door klager opgelopen letsel, is er voldoende bewijsmateriaal op grond waarvan de strafrechter tot een bewezenverklaring van een ernstige vorm van (zware) mishandeling zou kunnen komen. (…)