Uitspraak
Rechtbank Den Haag
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- zware mishandeling of mishandeling met zwaar letsel als gevolg (feit 1);
- diefstal van een mobiele telefoon (feit 2);
- belediging van drie politieambtenaren terwijl zij aan het werk waren (feit 3);
- mishandeling van zijn moeder (feit 5).
3.Standpunten en beoordeling
4.De strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
nietover, omdat zo’n opname in de weg kan staan aan de vertrouwensband tussen de verdachte en zijn begeleidster van MDFT en de rechtbank vooral wil stimuleren dat datgene waaraan de verdachte nu met zijn begeleidster werkt verder wordt versterkt en uitgebouwd.
7.De vordering van de benadeelde partijen
€ 625,-aan immateriële schade moet betalen.
€ 187,38moet betalen, omdat hij deze schade ook heeft veroorzaakt. Daar komt de wettelijke rente ook nog bij, te rekenen vanaf de dag dat de mishandeling is gepleegd (27 augustus 2017), tot de dag dat het bedrag is betaald.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
maatregel betreffende het gedrag van de jeugdigevoor de duur van
12 maanden, die bestaat uit:
- MDFT;
- een verbod op het gebruik van alcohol en wiet en bloed- urinecontroles om dit te
3 maanden;
dadelijk uitvoerbaaris;
30 dagenvan deze jeugddetentie niet ten uitvoer zullen worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die
2 jaaris, houdt aan de volgende voorwaarden:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
[slachtoffer]toe tot het bedrag van
€ 625,-, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 17 februari 2018 tot de dag waarop de vordering is betaald en veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
€ 625,- aan de staat te betalen voor het slachtoffer
[slachtoffer];
12 dagenals de verdachte niet voldoet aan zijn betalingsverplichting;
[aangever 4]toe tot het bedrag van
€ 187,38, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 27 augustus 2017 tot de dag waarop de vordering is betaald en veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
€ 187,38aan de staat te betalen voor het slachtoffer
[aangever 4];
3 dagenals de verdachte niet voldoet aan zijn betalingsverplichting;