ECLI:NL:RBDHA:2018:1242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Somalië op grond van ongeloofwaardigheid van verklaringen
Op 11 januari 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Somalische vrouw die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de verklaringen van de eiseres over de gewelddadige dood van haar vader en oom niet geloofwaardig werden geacht. Eiseres had aangevoerd dat haar vader in 2009 was vermoord en dat zij door Al-Shabaab werd bedreigd omdat zij haar oom had geholpen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt had gesteld dat de verklaringen van eiseres ongeloofwaardig waren. De rechtbank vond het niet aannemelijk dat eiseres bij terugkeer naar Somalië te vrezen had voor vervolging, omdat zij niet als alleenstaande vrouw kon worden beschouwd. De rechtbank concludeerde dat eiseres over mannelijke familieleden in Somalië beschikte, waardoor het beleid voor alleenstaande vrouwen niet op haar van toepassing was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.