Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Raamovereenkomst Levering Verkeersgegevensheeft gesloten.
"Werkwijze binnen de Raamovereenkomst Levering Verkeersgegevens"vermeldt onder meer:
"Offerteaanvraag Levering Verkeersgegevens t.b.v. Overbelading [WIM - RWS]"(hierna - de Offerteaanvraag') uitgebracht. Voor zover hier van belang luidt deze:
Drie maanden continue stroom gegevens t.b.v. het vaststellen van overbelading, die voldoen aan de specificaties zoals beschreven in SSS(voorzieningenrechter: System Subsystem Specification)
en die worden geleverd middels functioneel en technisch correct werkende datacommunicatie tussen het systeem van de PoC Leverancier en de WIM Back Office;
2.Minimumeisen en gunningscriteria
heeft voor de PoC fase een budget van € 110.000 voor elke PoC partner beschikbaar. (…)
"Overeenkomst Levering Verkeersgegevens"- houdt onder andere het volgende in:
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
de uitvoering van een opdracht onder de Raamovereenkomstop te lossen met behulp van mediaton. Daaronder moet worden verstaan een geschil over de (tussentijdse) evaluatie van een reeds verstrekte opdracht in de zin van artikel 1 lid 2 van de Raamovereenkomst, zoals de onderhavige - via de Offerteaanvraag aanbestede - opdracht voor een systeem ten behoeve van de levering van meet- en registratiegegevens voor de handhaving van overbelading van vrachtwagens. Dat doet zich hier niet voor. De uitvoering van de PoC-overeenkomst, die vooraf gaat aan de verstrekking van de 'opdracht', valt in ieder geval niet (ook) onder die regeling. ARS heeft dat als behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend inschrijver ook moeten (kunnen) begrijpen.
tenzijpartijen alsnog mediation, arbitrage of bindend advies overeenkomen (lid 5). Gesteld noch gebleken is dat dit laatste het geval is. Gelet hierop kan de Staat op grond van artikel 9 van de Raamovereenkomst niet worden gedwongen tot mediation.
conform alle hieraan gestelde eisenkan worden geleverd en (ii) dat gedurende de looptijd van de PoC gegevens moeten worden geleverd
die voldoen aan de specificaties zoals beschreven in SSS. Voorts is in paragraaf 1.3.2 opgenomen dat na de PoC-fase duidelijk moet zijn met welke beschikbaarheid en kwaliteit de leverancier de data kan leveren, waarbij
het uitgangspunt is dat voldaan moet worden aan de eisen die in het SSS zijn gesteld. ARS kan niet worden gevolgd in haar stelling dat daaruit volgt dat tijdens de PoC niet aan alle eisen behoeft te worden voldaan. Integendeel, daarmee wordt bedoeld dat bij de beoordeling van de verstrekte duidelijkheid ervan wordt uitgegaan dat aan alle eisen uit de SSS wordt voldaan, wat ARS ook heeft moeten (kunnen) begrijpen. Verder is in paragraaf 2.5.5.1 van de Offerteaanvraag opgenomen dat in het kader van de definitieve gunning (fase 1.2) wordt beoordeeld of is voldaan aan de eisen die zijn genoemd in Beoordelingskader G3. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat in dat kader duidelijk moet worden gemaakt dat wordt voldaan aan alle eisen uit de SSS. Dat paragraaf 2.5.5.1 van de Offerteaanvraag ook vermeldt dat wordt beoordeeld
in welke mate wordt voldaan aan de gestelde eisenbrengt - bezien in het licht van het voorgaande - niet mee dat slechts aan een deel van de eisen uit de SSS behoeft te worden voldaan. Te minder nu in verband met Beoordelingskader G6 ook is aangegeven dat
allete beoordelen subonderdelen even zwaar wegen. Daarnaast verplicht artikel 1 van de overeenkomst van 10 november 2016 ARS om bij de uitvoering van de PoC te voldoen aan de in de SSS gestelde eisen. Tot slot is in het onderhavige verband van belang dat aan het e-mailbericht van 10 augustus 2017 van Rijkswaterstaat als bijlage is toegevoegd een document waarop alle eisen uit de SSS voorkomen en dat in het e-mailbericht uitdrukkelijk is aangegeven dat - ondanks de aangebrachte 'ranking' - geen eisen zijn vervallen of gewijzigd. Op grond van een en ander kan niet worden aangenomen dat tijdens de uitvoering van de PoC niet behoefde te worden voldaan aan alle eisen uit de SSS. Zoals de Staat terecht aanvoert, is het moeten voldoen aan alle eisen ook logisch. In de SSS zijn immers veel meer eisen opgenomen dan de vijf die bij Beoordelingskader G3 expliciet worden genoemd. Indien - zoals ARS stelt - alleen die vijf eisen zouden worden getoetst dan zouden de andere, in de SSS opgenomen, eisen dus buiten beschouwing moeten blijven en zou de voorwaarde dat moet worden voldaan aan de eisen uit de SSS zinloos zijn.
de geleverde kwantitatieve prestaties) een
onvoldoendescoort, wat tot uitsluiting van de aanbestedingsprocedure dient te leiden. In feite is de beoordelingscommissie ook tot die conclusie gekomen. Deze is echter vanuit het oogpunt van het algemeen belang en met enige souplesse uiteindelijk tot het oordeel
matiggekomen. Met de Staat/NDW moet worden geoordeeld dat de beoordelingscommissie een dergelijke bevoegdheid niet toekomt, mede nu het aanbestedingsrecht zich daartegen verzet. Het niet strikt hanteren van het beoordelingskader kan immers leiden tot willekeur en favoritisme en daarmee een schending van het transparantie- en gelijkheidsbeginsel opleveren. De Stuurgroep (lees: de NDW) is dan ook terecht voorbijgegaan aan de conclusie van de beoordelingscommissie en overgegaan tot uitsluiting van ARS. Daartoe was zij ook bevoegd, nu de beoordelingscommissie slechts adviseert en de Stuurgroep daaraan dus niet is gebonden. Dit volgt ook uit de paragrafen 1.3.2 en 1.6 van de Offerteaanvraag.
€ 110.000,--. Door in te schrijven is zij daarmee akkoord gegaan. Voorts hebben partijen - in navolging daarvan - in de PoC-overeenkomst van 10 november 2016 afgesproken dat NDW aan ARS een vaste prijs van € 110.000,--, exclusief BTW, zal voldoen in verband met de uitvoering van de PoC. Voor zover de daadwerkelijke kosten die ARS heeft gemaakt de door de NDW verschuldigde tegemoetkoming overschrijdt, valt dat onder het voor rekening van ARS komende normale bedrijfsrisico van ondernemers. Daar komt bij dat de Staat de door ARS gestelde kosten bestrijdt en ARS het door haar opgevoerde bedrag niet nader heeft onderbouwd in dit kort geding. Tot slot is gesteld noch gebleken dat ARS een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. De onderhavige vordering zal dus ook worden afgewezen.