Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2017, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
- het tussenvonnis van 22 november 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 14 juni 2018.
2.De feiten
Op 21 november 2014 heeft verweerster(rechtbank: [eiseres] )
het door een gynaecoloog ingestuurd materiaal van een patiënt met een endometriumcarcinoom beoordeeld in aanwezigheid van een analiste. (…) Het materiaal bevond zich in 12 à 13 potjes.
De reden van de beëindiging heb ik in ons gesprek uitvoerig toegelicht en is gelegen in de melding van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit kwam als een complete verrassing voor ons; tijdens uw sollicitatieprocedure en ook daarna heeft u hier niet over gesproken. Wij dienen als Raad van Bestuur de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid te waarborgen. Wij kunnen dan ook niet anders dat het dienstverband met u met onmiddellijke ingang te beëindigen.”