ECLI:NL:RBDHA:2018:11871
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen van asielaanvraag wegens niet verschijnen bij gehoor en risico op onderduiken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Venezolaanse vrouw, had op 24 februari 2018 een asielaanvraag ingediend. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet was verschenen bij een aan haar uitgenodigde gehoor op 31 juli 2018. Eiseres had zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, maar was niet op de uitnodiging verschenen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat eiseres niet had aangetoond dat haar afwezigheid niet aan haar was toe te rekenen. Eiseres had de uitnodiging niet ontvangen, maar de rechtbank stelde vast dat deze naar het administratieve adres van eiseres was verzonden, wat zij niet had weerlegd.
De rechtbank overwoog verder dat de staatssecretaris ook een risico had kunnen afleiden dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken, omdat zij geen vaste woon- of verblijfplaats had en onvoldoende had meegewerkt aan de vaststelling van haar identiteit en nationaliteit. Eiseres had weliswaar aangegeven terug te willen keren naar Venezuela, maar haar daadwerkelijke terugkeer was niet voldoende aannemelijk gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het inreisverbod dat aan eiseres was opgelegd, terecht was, omdat er geen aanleiding was om van het beleid af te wijken.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.