ECLI:NL:RBDHA:2018:11543
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Turkse nationaliteit bezittende man, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de aanvraag van de eiser om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk was voor de asielaanvraag van de eiser, omdat hij een visum had ontvangen van de Spaanse autoriteiten. De eiser betwistte echter dat hij gebruik had gemaakt van dit visum om toegang te krijgen tot het Schengengebied, en voerde aan dat hij door de Turkse autoriteiten een uitreisverbod was opgelegd. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de eiser illegaal naar Griekenland was gereisd en dat er twijfels bestonden over de echtheid van de inreisstempels in zijn paspoort. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd en onvoldoende zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij nader onderzoek naar de inreis van de eiser in het Schengengebied noodzakelijk was. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser.