Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
€ 2.672.500,-- verkoopt aan [gedaagde] of “een nader te noemen meester”. [gedaagde] heeft geen financieringsvoorbehoud gemaakt.
€ 10.000,--, uiterlijk 1 maart 2018 een bedrag van € 257.250,-- als waarborg zal storten op de kwaliteitsrekening van de behandelend notaris.
, maar heeft nog geen bankrekening.
€ 207.250,-- is uitgebleven.
3.Het geschil
€ 267.250,-- wordt voldaan. Met betrekking tot die waarborgsom zijn partijen in de nadere overeenkomst van 23 april 2018 overeengekomen dat koper zal betalen een bedrag van
€ 60.000,--, uiterlijk op 1 mei 2018, en het restantbedrag van € 207.250,--, uiterlijk op 1 juni 2018, in beide gevallen over te maken op de privérekening van [eiser] . In de nadere overeenkomst is vastgelegd dat deze bedragen strekken in mindering op de voor de woning te betalen koopsom. Voormeld bedrag van € 60.000,-- heeft [gedaagde] op 27 april 2018 aan [eiser] overgemaakt vanaf haar eigen bankrekening. [gedaagde] is op grond van de nadere overeenkomst gehouden ook het bedrag van € 207.250,-- te voldoen. Voorts is [gedaagde] gehouden de in de nadere overeenkomst gefixeerde vergoeding ad
€ 10.000,-- te voldoen, nu aan de daartoe in deze nadere overeenkomst gestelde voorwaarde is voldaan. Met het oog op tijdelijke vervangende woonruimte in verband met de verkoop van de woning is [eiser] een huurovereenkomst aangegaan. Door de opgetreden stagnatie in de afname van de woning blijven ook de aan de woning verbonden lasten voor rekening van [eiser] , die daardoor thans te maken heeft met dubbele woonlasten. Voorts ontbeert [eiser] thans noemenswaardige inkomsten, waardoor hij is aangewezen op het aanspreken van zijn vermogen, gelegen in de overwaarde van de woning. [eiser] heeft er daarom spoedeisend belang bij dat [gedaagde] de overeengekomen betalingstermijnen voldoet.
4.De beoordeling van het geschil
€ 207.250,-- aan verkoper toevalt bij wijze van contractuele boete, zoals onder 5. In de nadere overeenkomst is opgenomen. Aan dit verweer wordt echter voorbijgegaan. [eiser] vordert dat bedrag uitsluitend als nakoming van de verplichting tot betaling van een deel van de koopsom, exact zoals partijen dat zijn overeengekomen in de nadere overeenkomst. [eiser] is dus niet voornemens, zo bevestigde hij tijdens de behandeling, dit bedrag te verrekenen met een verschuldigde boete.