ECLI:NL:RBDHA:2018:11403

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
C-09-559928-KG ZA 18-956
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding tegen de Staat der Nederlanden inzake vordering van eiser

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. Korver, een vordering ingediend tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het ministerie van Justitie en Veiligheid, met advocaat mr. A.Th.M. ten Broeke. De zitting vond plaats op 19 september 2018, waarbij de voorzieningenrechter op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting een spoedhalver vonnis heeft gewezen. Het vonnis is op 21 september 2018 openbaar uitgesproken.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten zijn begroot op een totaal van € 2.930,--, waarvan € 980,-- aan salaris advocaat en € 1.950,-- aan griffierecht. Tevens is de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Een uitgewerkt vonnis zal zo spoedig mogelijk volgen, maar de voorzieningenrechter heeft in dit verkorte vonnis reeds een beslissing genomen op de vordering van eiser.

De zaak is geregistreerd onder het rolnummer C/09/559928 / KG ZA 18-956 en is behandeld door de Rechtbank Den Haag, Team Handel. Dit vonnis is een belangrijk voorbeeld van de rechtsgang in kort geding procedures en de wijze waarop de voorzieningenrechter omgaat met vorderingen tegen de Staat der Nederlanden.

Uitspraak

Rechtbank den haag
Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/559928 / KG ZA 18-956

Verkort vonnis in kort geding van 21 september 2018

in de zaak van

[eiser] ,

te [plaats] ,
eiser,
advocaat mr. R.A. Korver te Amsterdam,
tegen:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(ministerie van Justitie en Veiligheid),
te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. A.Th.M. ten Broeke te Den Haag.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ' [eiser] ' en 'de Staat'.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 19 september 2018 wordt spoedshalve een verkort vonnis gewezen. Een uitgewerkt vonnis volgt zo spoedig mogelijk. Er wordt als volgt beslist:
De voorzieningenrechter:
- wijst de vordering van [eiser] af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van de Staat begroot op € 2.930,--, waarvan € 980,-- aan salaris advocaat en € 1.950,-- aan griffierecht;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Groeneveld-Stubbe en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2018.
jvl