Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
te vervallen en worden de volgende feiten toegevoegd: het meermalen seksueel binnendringen en plegen van ontuchtige handelingen bij meerdere Indiaanse minderjarigen, het seksueel binnendringen en plegen van ontuchtige handelingen bij [eiser] , het plegen van ontuchtige handelingen bij [A] , het seksueel binnendringen en plegen van ontuchtige handelingen bij [B] , het plegen van ontuchtige handelingen bij [C] , het plegen van ontuchtige handelingen bij [D] en het bezit van een (imitatie)wapen. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
vervaardigenen
bezitvan kinderporno, welke feiten het OM heeft laten vallen in verband met de afspraken met de Belgische autoriteiten. [eiser] verzet zich tegen het laatste en wenst dat dit wordt teruggedraaid, althans zo begrijpt de voorzieningenrechter. In de stukken spreekt [eiser] echter de ene keer over het vervolgen wegens het
vervaardigenen
bezitvan kinderporno, een andere keer over het
vervaardigenen
verspreidenvan kinderporno en weer een andere keer over het
vervaardigen,
verspreidenen
bezitvan kinderporno. Wel is duidelijk geworden dat [eiser] zich in het bijzonder verzet tegen de splitsing door het OM voor wat betreft de vervolging van enerzijds de zogenoemde 'hands-on-delicten' (het misbruik van [eiser] ) en anderzijds de 'hands-off-delicten' (waaronder wordt verstaan zowel het
vervaardigen, als het
verspreiden, als het
bezitvan kinderporno). Om praktische redenen en teneinde verdere onduidelijkheid te voorkomen zullen die begrippen (hands-on- en hands-off-delicten) hierna worden gehanteerd.
instelttegen een verdachte, deze daartoe aan de minister van Justitie en Veiligheid een voorstel doet tot het
uitlokkenvan een strafvervolging in die vreemde staat. Die regeling is dus slechts van toepassing indien de betreffende verdachte in de vreemde staat nog niet strafrechtelijk wordt vervolgd. Dat doet zich hier niet voor, nu de Belgische autoriteiten op het moment dat de hier gewraakte afspraken werden gemaakt de vervolging ter zake van de hands-off-delicten - waaronder die waarvan [X] (ook in België) wordt verdacht - al had aangevangen. De Staat heeft onweersproken aangevoerd dat het betreffende strafrechtelijke onderzoek in België al loopt vanaf 2014-2015.
andersoortig delictgedrag,kan niet worden uitgesloten en is zelfs aannemelijk dat daarmee wordt gedoeld op andere delicten dan die welke voortvloeien uit de (mogelijke) pedofiele stoornis van [X] en niet op hands-off-delicten. Te meer nu de psycholoog ermee bekend was dat [X] zich ook schuldig had gemaakte aan laatstbedoelde delicten.