3.3.1Feit 1
Bevindingen
Op 16 september 2017 omstreeks 16:15 uur kreeg de politie een oproep om te gaan naar het portiek gelegen aan [adres 2] te Den Haag, alwaar een onwel geworden man op de grond zou liggen. De melding was afkomstig van een bewoner in het portiek. Ter plaatse trof de verbalisant een zeer verwarde man aan (naar later bleek: [benadeelde] ). De man had overgegeven en in zijn broek geplast. Hij reageerde sloom en kon niet vertellen wie of waar hij was. De man is met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd.
Verklaringen van aangever
[benadeelde] (hierna ook: aangever) heeft op 28 september 2017 aangifte gedaan van diefstal en mishandeling. Aangever heeft het volgende verklaard. Via de website Bullchat heeft aangever op 16 september 2017 een seksafspraak gemaakt met ene “ [naam 1] ”. Diezelfde dag is hij naar [adres 2] te Den Haag gegaan, waar hij om 13:30 uur met [naam 1] had afgesproken. In de woning werd aangever door [naam 1] naar een verduisterde kamer gebracht en kreeg hij een pil aangeboden. Aangever ging er vanuit dat het een standaard XTC-pil betrof en heeft deze ingenomen. Omdat de pil een rare smaak had, kreeg aangever van [naam 1] een slok whisky aangeboden. De whisky was stroperig en de vieze smaak bleef. Daarop kreeg aangever water aangeboden. Toen aangever een slok van het aangeboden water nam, merkte hij dat het water aanvoelde als een gel. Even later moest aangever erg hoesten en kreeg hij braakneigingen. Wat er daarna is gebeurd weet hij niet meer. Het eerstvolgende wat hij zich kan herinneren is dat er een ambulancebroeder over hem heen stond gebogen. Aangever bevond zich op dat moment in het portiek. Zijn jas, met daarin zijn sleutels, telefoon en portemonnee, had hij niet meer.
Hierna is aangever naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij de nacht heeft doorgebracht. Bij thuiskomst de volgende dag constateerde aangever dat er diverse erotische goederen en kledingsets uit zijn woning waren weggenomen.
Op 12 en 20 november 2017 is aangever (nogmaals) aanvullend gehoord door de politie. Aangever heeft daarbij verklaard dat hij enkel contact heeft gehad met “ [naam 1] ” en er verder niemand in de woning aanwezig was. Verder heeft hij verklaard dat er tevens beddengoed en handdoeken uit zijn woning zijn weggenomen.
De rechtbank acht de verklaringen van aangever betrouwbaar, nu zij gedetailleerd en consistent zijn. Daarnaast vinden zij steun in de bevindingen van de politie. De verklaringen dienen om die reden als vertrekpunt voor de verdere beoordeling van de tenlastelegging.
Verklaringen van de verdachte
De verdachte is in totaal zesmaal door de politie gehoord en heeft daarbij wisselende verklaringen afgelegd. In eerste instantie (tijdens het eerste en tweede verhoor) heeft de verdachte iedere betrokkenheid ontkend; hij zou niet bekend zijn met het [adres 2] , de site Bullchat niet kennen en in Rotterdam zijn geweest op 16 september 2017. Tijdens het derde verhoor heeft hij verklaard het adres toch te kennen, maar niet meer te weten wie daar precies woont. Vervolgens heeft de verdachte tijdens het vierde verhoor verklaard dat hij samen met zijn vriendin [naam 2] in de woning (aan [adres 2] ) was. [naam 2] had via de telefoon van de verdachte een seksdate geregeld met een man (de rechtbank begrijpt: aangever) en de man was naar de woning toegekomen. Toen de man na enige tijd niet meer wakker werd heeft de verdachte [naam 2] geholpen om hem naar buiten te brengen. Tijdens het vierde en vijfde verhoor heeft de verdachte verklaard dat hij bij de seksdate aanwezig was en dat [naam 2] en de man een pilletje hadden genomen, waarna de man in slaap was gevallen. Nadat zij samen de man buiten in het portiek hadden gelegd, heeft de verdachte de jas van de man gepakt en meegenomen. In de jas zaten sleutels, een portemonnee en een telefoon. Vervolgens zijn [naam 2] en de verdachte samen naar de woning van de man gegaan. Met de huissleutel zijn zij de woning binnengegaan en hebben daar diverse seksattributen weggenomen.Tijdens het laatste politieverhoor heeft de verdachte nog verklaard dat hij aangever de XTC-pil heeft gegeven.
Tegenover de rechter-commissaris heeft de verdachte zijn (bekennende) verklaring weer aangepast, in die zin dat hij heeft verklaard dat hij op verzoek van aangever naar diens woning is gegaan om een fietssleutel te zoeken. Toen de verdachte eenmaal in de woning was, heeft hij besloten de seksattributen mee te nemen.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft de verdachte aangegeven te blijven bij de verklaring zoals hij die heeft afgelegd bij de rechter-commissaris. Voorts heeft de verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij degene is geweest die chatcontact heeft gehad met de aangever en met hem heeft afgesproken. Daarnaast heeft hij bij herhaling verklaard dat hij niet geïnteresseerd is in homoseksueel contact en daar ook niet naar op zoek was.
Bullchat
Uit onderzoek aan de telefoon van de verdachte is gebleken dat hij gedurende de maanden september en oktober 2017 meermalen de site Bullchat heeft bezocht.De site Bullchat is een homosite.In de telefoon van de verdachte is een WhatsApp-gesprek aangetroffen waarin hij met ene [naam 3] spreekt over de uitnodigingsbrief die hij van de politie heeft ontvangen in onderhavige zaak. In dit gesprek geeft de verdachte aan dat hij die dag alleen was.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zeer wisselend en ook tegenstrijdig heeft verklaard. Gelet op de verklaring van aangever, het WhatsApp-gesprek waarin de verdachte heeft aangegeven dat hij alleen was en de verklaring van de verdachte op zitting dat hij degene is geweest die met aangever heeft afgesproken, concludeert de rechtbank dat er geen vrouw bij betrokken is geweest, ondanks de – eveneens steeds wisselende - verklaringen van [naam 2] , dat zij er bij was maar zich niets meer kan herinneren.
Voorts acht de rechtbank de verklaring van de verdachte, dat hij met toestemming de sleutels van aangever heeft meegenomen en diens woning is binnengegaan, volstrekt onaannemelijk. Niet alleen is onbegrijpelijk waarom de verdachte deze verklaring niet direct zou hebben afgelegd bij de politie, dan wel in ieder geval tijdens zijn vierde en vijfde verhoor, waarin hij de diefstal van de jas met inhoud bekende. Deze verklaring wordt bovendien weersproken door aangever en valt niet te rijmen met de omstandigheid dat aangever toen hij door de politie werd aangetroffen nog immer zeer verward (niet aanspreekbaar) was. Ten slotte valt niet in te zien waarom de verdachte - indien hij op verzoek van aangever met goede bedoelingen richting de woning van aangever zou zijn gegaan - tevens de jas, portemonnee en telefoon van aangever heeft meegenomen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de verdachte toen hij aangever in het portiek achterliet de sleutels, net als de jas, portemonnee en telefoon, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen.
Geweld
Voorts dient de rechtbank te beoordelen of het handelen van de verdachte, bestaande uit het toedienen dan wel aanbieden van verdovende middelen aan aangever als gevolg waarvan aangever onwel is geraakt en het achterlaten van aangever in die toestand, als geweld zoals bedoeld in artikel 312 Sr kan worden gekwalificeerd.
In artikel 81 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) wordt het begrip geweld nader gedefinieerd. Daarin wordt beschreven dat“met het plegen van geweld wordt gelijkgesteld het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht.” Ook bedwelmen levert geweld op in de zin van artikel 312 jo. artikel 81 Sr indien dit zodanig is dat het slachtoffer kwam te verkeren in een staat van bewustenloosheid of onmacht (ECLI:NL:HR:2005:AS5983). Uit de verklaring van aangever blijkt dat hij na inname van de door verdachte aangeboden middelen, welke allemaal een vreemde smaak en/of structuur hadden, braakneigingen kreeg en onwel is geworden. Hieruit leidt de rechtbank af dat het wel degelijk de door de verdachte aangeboden en daarmee toegediende middelen waren die de heftige fysieke reactie van aangever hebben veroorzaakt en hem in een staat van bewusteloosheid of onmacht hebben gebracht. Het feit dat aangever de middelen vrijwillig heeft ingenomen is wellicht onverstandig geweest, maar betekent niet dat hij schuld heeft gehad aan de toestand waarin hij is komen te verkeren.
Voorts is de rechtbank met de raadsman van oordeel dat het achterlaten van het slachtoffer in de portiek als zodanig niet als geweldshandeling kan worden gekwalificeerd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Oogmerk van de verdachte
Tot slot dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of de verdachte het bewezen verklaarde geweld heeft toegepast met het oogmerk de diefstal gemakkelijk te maken, of dat hij mogelijk niet wist dat hij aangever bedwelmende middelen aanbood en dat het plan om de diefstal eerst nadien ontstond.
De rechtbank overweegt dat het de verdachte is geweest die chatcontact heeft gehad met aangever en aangever bij hem thuis, althans in de woning aan [adres 2] waar hij verbleef, heeft uitgenodigd voor een seksdate. De verdachte was op dat moment alleen, er was geen vrouw bij hem aanwezig. De verdachte heeft bij herhaling verklaard niet geïnteresseerd te zijn in homoseksueel contact. Desondanks heeft hij wel via een website die overduidelijk voor homoseksuelen is bedoeld een seksdate gemaakt met een man. Indien de verdachte niet geïnteresseerd is in homoseksueel contact kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat de verdachte blijkbaar een ander motief had om af te spreken met aangever. De verdachte heeft hier geen verklaring voor gegeven. Daar komt bij dat aangever heeft aangegeven dat niet alleen de pil vreemd smaakte, maar ook beide aangeboden drankjes. De kans dat de verdachte per ongeluk meerdere bedwelmende middelen heeft aangeboden zonder dit te weten acht de rechtbank nihil. Tenslotte acht de rechtbank het gedrag van de verdachte nadat aangever onwel was geworden niet passend bij iemand die deze situatie niet heeft gewild en door de situatie wordt overvallen. De verdachte heeft immers na het onwel worden van aangever geen hulp ingeroepen, noch aangever zelf verzorgd, maar hem buiten gedumpt en vervolgens van zijn bezittingen beroofd.
De rechtbank is om die reden van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte aangever middelen heeft toegediend met het oogmerk een latere diefstal mogelijk te maken.
Conclusie van de rechtbank
Gelet op het al voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld, waarbij het geweld bestond uit het toedienen van middelen waardoor aangever onwel is geworden (feit 1 eerste cumulatief/alternatief).
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte alleen heeft gehandeld, zal zij hem vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Tegen de achtergrond van het feit dat het toedienen van middelen waardoor aangever onwel is geworden wordt gekwalificeerd als het plegen van geweld tegen aangever, acht de rechtbank ook wettig en overtuigd bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mishandeling van aangever (feit 1 tweede cumulatief/alternatief).