In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 september 2018 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die is verleend voor het kappen van zes bomen op het tennispark in Wassenaar. Eisers, eigenaren van een perceel grenzend aan het tennispark, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar, dat de kapvergunning verleende. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers alleen belang hebben bij de beoordeling van boom 4, aangezien de andere bomen reeds omgewaaid of gestorven zijn. De rechtbank oordeelt dat de herplantplicht onvoldoende gemotiveerd was in het bestreden besluit, maar dat de vergunning voor de kap van boom 4 in redelijkheid kon worden verleend. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Tevens is bepaald dat het griffierecht aan eisers moet worden vergoed en zijn de proceskosten toegewezen. De rechtbank heeft benadrukt dat eisers belanghebbenden zijn bij de kap van boom 4, omdat zij zicht hebben op deze boom vanuit hun woning. De rechtbank heeft ook de juridische kaders uiteengezet die van toepassing zijn op de vergunningverlening voor het vellen van bomen, inclusief de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar.