ECLI:NL:RBDHA:2018:10500

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2018
Publicatiedatum
3 september 2018
Zaaknummer
C/09/558242/KG RK 18-1186
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek in curatelezaak

Op 3 september 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van de verzoeker afgewezen. De verzoeker, de vader van de onder curatele gestelde [belanghebbende], had kritiek geuit op het verloop van de curatele en het contact tussen de rechtbank en de curator, J.M. Boekhout. De verzoeker was van mening dat de curatele van zijn zoon mogelijk zou worden beëindigd en wilde zelf de rol van curator op zich nemen. Om deze reden heeft hij de gewraakte rechter, mr. M.T. Nijhuis, gewraakt.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die specifiek betrekking hebben op het handelen van de gewraakte rechter. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat de brief van Boekhout, waarin hij zijn taak als curator wilde neerleggen, is opgevat als een verzoek tot opheffing van de curatele. De verzoeker is opgeroepen om dit verzoek te bespreken tijdens de zitting op 9 augustus 2018, maar heeft voor de zitting zijn wrakingsverzoek ingediend.

De wrakingskamer concludeert dat de verzoeker onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van vooringenomenheid van de rechter. De kritiek van de verzoeker op het verloop van de curatele is niet gericht op het handelen van de rechter zelf. Daarom is het wrakingsverzoek afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
Wrakingnummer : 18/1186
Zaak- /rekestnummer : C/09/558242 / KG RK 18/1186
Rolnummer : 6882905 EJ VERZ 18-67900 (CB 91034) (hoofdzaak)
Beslissing van 3 september 2018
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te: [adres] [woonplaats] ,
hierna te noemen: de verzoeker,
strekkende tot de wraking van:
mr. M.T. Nijhuis,
kantonrechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.
Belanghebbenden in deze procedure zijn:
  • [belanghebbende] , de onder curatele gestelde (de curandus) en
  • J.M. Boekhout, de curator.

1.Inleiding

De belanghebbende [belanghebbende] staat onder curatele. De belanghebbende Boekhout is aangesteld als curator. De rechter is aangewezen als de toezichthoudende kantonrechter.
Boekhout heeft in een brief van 4 mei 2018 aan de rechtbank aangegeven dat hij zijn taak als curator direct wilde neerleggen. Die brief is door de rechter aangemerkt als een verzoek om opheffing van de curatele. Om dit te bespreken is op 9 augustus 2018 een zitting gepland. Hiervoor is ook de verzoeker, de vader van [belanghebbende] , opgeroepen.
Op 9 augustus 2018, voor het begin van de zitting, heeft de wrakingskamer een schriftelijk wrakingsverzoek van de verzoeker ontvangen.

2.De procedure

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 9 augustus 2018 en de aanvulling daarop in een email van 20 augustus 2018;
- het proces-verbaal van de zitting van 9 augustus 2018;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 14 augustus 2018 en
- de reactie van de belanghebbende Boekhout in een email van 16 augustus 2018.
2.2
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen:
- de verzoeker en
- de rechter.

3.Het wrakingsverzoek

3.1
Kort samengevat heeft de verzoeker forse kritiek geuit op het verloop van de curatele, mede omdat de rechtbank slecht contact onderhield met de curator. Daarnaast heeft de verzoeker op basis van de oproepingsbrief van de rechtbank voor de zitting van 9 augustus 2018 geconcludeerd dat de curatele van [belanghebbende] mogelijk zou worden beëindigd. Daarmee was de verzoeker het niet eens. De verzoeker wil namelijk zelf de curator van [belanghebbende] worden. Omdat de verzoeker geen risico wilde nemen, heeft hij de rechter gewraakt, aldus zijn toelichting tijdens de mondelinge behandeling.
3.2
De rechter heeft in haar schriftelijke reactie laten weten dat zij het niet eens is met de wraking, kort weergegeven vanwege het volgende.
Boekhout heeft in een brief aangegeven dat hij zijn taak als curator direct wilde neerleggen. Aangezien er geen andere curator is voorgesteld, is die brief opgevat als een verzoek om de curatele te beëindigen. De verzoeker is opgeroepen om dat verzoek op zitting te bespreken. Voordat de zitting was begonnen, heeft de verzoeker de rechter gewraakt. De rechter heeft de zitting laten doorgaan om het wrakingsverzoek met de verzoeker te bespreken. De rechter vindt dat wat de verzoeker heeft aangevoerd geen reden kan zijn om het wrakingsverzoek toe te wijzen. Die redenen zien namelijk niet op de rechter zelf. Daarom kan de verzoeker niet worden ontvangen in zijn verzoek, althans dient het wrakingsverzoek te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1
De verzoeker is als vader van de curandus belanghebbende bij het verzoek tot opheffing van de curatele. Als zodanig kan de verzoeker worden aangemerkt als “een partij” zoals bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en kan hij in het onderhavige verzoek worden ontvangen.
4.2
De wrakingskamer stelt vast dat de verzoeker forse kritiek heeft geuit op het verloop van de ondercuratelestelling van zijn zoon, maar dat hij geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die specifiek zien op het handelen van de door hem gewraakte rechter. Daarmee is onvoldoende aangevoerd om tot het oordeel te kunnen komen dat de rechter vooringenomenheid koestert, althans dat de bij de verzoeker dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

5.De beslissing

De wrakingskamer,
5.1
wijst het wrakingsverzoek af;
5.2
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing, rekening houdende het bepaalde in artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt gestuurd naar:
  • de verzoeker;
  • de curandus [belanghebbende] ;
  • de curator Boekhout en
  • de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. S.W.E. de Ruiter, R. Cats en S.M. Krans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.N. Mentrop-Huliselan, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2018.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.