Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
morgente laten plaatsvinden door de raadkamer van de rechtbank.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
“De rechtbank is niet bevoegd een beslissing te nemen van het verzoekschrift.”. Vervolgens heeft mr. Van Galen de zittingscombinatie om een herstelvonnis gevraagd, waarop mr. Sangers aan mr. Van Galen heeft meegedeeld dat de rechtbank daartoe niet bevoegd is. Een en ander betekent naar voorlopig oordeel dat genoegzaam aannemelijk is geworden dat mr. Van Galen op 31 juli 2018 namens [eiser] heeft geprobeerd om een verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis in te dienen bij de Raadkamer, maar dat hem is meegedeeld dat de rechtbank niet bevoegd is daarop te beslissen. Derhalve acht de voorzieningenrechter het niet onbegrijpelijk dat mr. Van Galen er op dat moment vanuit ging dat de weg van artikel 69 Sv bij de Raadkamer niet (meer) open stond.