Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
zeker isof
met een grote mate van waarschijnlijkheid vast staat
niet of niet met een grote mate van waarschijnlijkheidvast. Dat betekent dat u wat dit vonnis betreft vrij kunt komen als u twee derde van uw straf heeft uitgezeten.”
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
in aanmerkingvoor voorwaardelijke invrijheidstelling, maar dit betekent geenszins dat daarvan automatisch sprake is. De betrokkene dient de gunstigere regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling te ‘verdienen’ door zijn gedrag tijdens de detentie en hij dient een verzoek tot toepassing van die gunstigere regeling voor te leggen aan de rechter. Deze rechter van de strafuitvoeringsrechtbank zal op dat moment beoordelen of en zo ja, wanneer de veroordeelde vrij zal komen. Daar komt nog bij dat [eiser] gelet op de inhoud van het in 2.2. bedoelde certificaat niet in aanmerking kwam voor voorwaardelijke invrijheidstelling, maar voor voorlopige invrijheidstelling omdat hij geen rechtmatig verblijf in België had en dat hij daarvoor op 7 mei 2018 een aanvraag kan indienen. Anders dan [eiser] kennelijk meent staat op het certificaat dan ook niet vermeld dat 7 mei 2018 de einddatum van zijn detentie is. De strafuitvoeringsrechtbank dient ook over de toekenning van voorlopige invrijheidstelling nog een beslissing te nemen. De benodigde toetsing kan, als gevolg van de overplaatsing van [eiser] naar Nederland, niet door de strafuitvoeringsrechtbank worden uitgevoerd aangezien die rechtbank niet langer bevoegd is om over [eiser] te oordelen. Zelfs als [eiser] zich had kunnen wenden tot de strafuitvoeringsrechtbank, zou er eerst na het doorlopen van een procedure een datum voor voorlopige invrijheidstelling kunnen worden bepaald. Hoe het oordeel van de strafuitvoeringsrechtbank ten aanzien van [eiser] zou uitvallen is niet vooraf met zekerheid te zeggen. Anders dan [eiser] meent leidt de uitspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen niet tot een ander oordeel, nu daaruit niet volgt dat [eiser] een rechtmatig verblijf in België had, maar slechts dat de stad [plaats 1] niet had mogen weigeren om zijn verzoek tot inschrijving in behandeling te nemen. Ook de door [eiser] gestelde omstandigheden dat hij op onbegeleid doktersbezoek is geweest, dat hij niet met de overbrenging naar Nederland heeft ingestemd en dat hij nu zijn gezin niet kan zien, brengen niet met zich mee dat de datum van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidstelling in België met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld.