ECLI:NL:RBDHA:2018:10337
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van homoseksualiteit en beoordeling nieuwe werkinstructie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Iraakse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die het verzoek als kennelijk ongegrond heeft bestempeld. Eiser heeft eerder asiel aangevraagd en in die procedure werd zijn homoseksualiteit niet geloofwaardig geacht. In de nieuwe aanvraag heeft eiser opnieuw gesteld dat hij homoseksueel is en dat hij vreest voor zijn veiligheid in Irak vanwege zijn geaardheid en de bedreigingen die hij heeft ontvangen van de ex-partner van zijn huidige vriend.
De rechtbank heeft overwogen dat de nieuwe werkinstructie, die door verweerder is toegepast, geen wezenlijke wijziging in het toetsingsbeleid inhoudt. De rechtbank concludeert dat de nieuwe verklaringen van eiser niet substantieel afwijken van de eerdere verklaringen en dat verweerder terecht alleen de nieuwe elementen heeft beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere afwijzing van de asielaanvraag door verweerder standhoudt, omdat de verklaringen van eiser over zijn homoseksualiteit en de bedreigingen niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.