ECLI:NL:RBDHA:2018:10004
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod in het kader van asielaanvraag in Frankrijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die asiel heeft aangevraagd in Frankrijk, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een terugkeerbesluit en een inreisverbod ontvangen, waarbij hij de Europese Unie onmiddellijk moest verlaten en gedurende twee jaar niet mocht terugkeren. Eiser stelde dat het terugkeerbesluit onrechtmatig was, omdat zijn asielaanvraag in Frankrijk nog in behandeling was. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet bevoegd was om een terugkeerbesluit te nemen, aangezien er een concreet aanknopingspunt bestond voor overdracht aan Frankrijk op basis van de Dublinverordening. De rechtbank verwees naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat de toepassing van de Terugkeerrichtlijn uitgesloten is als er een mogelijkheid bestaat voor overdracht aan een andere lidstaat.
De rechtbank vernietigde zowel het terugkeerbesluit als het inreisverbod, omdat deze besluiten in strijd waren met de Terugkeerrichtlijn en de Vreemdelingenwet. Tevens werd de maatregel van bewaring, die aan eiser was opgelegd, vernietigd, omdat deze ook afhankelijk was van het terugkeerbesluit. Eiser kreeg een schadevergoeding toegekend voor de onrechtmatige bewaring, en de rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van asielzoekers en de noodzaak voor autoriteiten om de juiste procedures te volgen bij het nemen van besluiten die hun rechten kunnen schenden.