In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiseres], en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De eiseres vorderde onder andere de Staat te gebieden om een recent gewijzigd leaflet (leaflet V3) buiten werking te stellen en het eerdere leaflet (leaflet V2) weer van toepassing te verklaren. De eiseres stelde dat de wijziging van het leaflet onrechtmatig was, omdat deze leidde tot verzwaarde eisen voor de proefstallen die zij had aangevraagd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de wijzigingen in leaflet V3 niet kwalificeerden als een onrechtmatige verzwaring van de voorwaarden ten opzichte van leaflet V2. De rechter concludeerde dat de wijzigingen eerder verduidelijkingen waren van reeds bestaande voorwaarden en dat de Staat op goede gronden had gehandeld. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.