ECLI:NL:RBDHA:2017:9754
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Syrische eiseres en de beoordeling van de Verenigde Arabische Emiraten als veilig derde land
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Syrische vrouw, heeft in november 2016 Nederland ingereisd met een studievisum en heeft op 10 mei 2017 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze aanvraag op 8 juli 2017 niet-ontvankelijk verklaard, stellende dat de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) als veilig derde land kan worden beschouwd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2017 heeft eiseres verklaard dat zij in de VAE is geboren en daar van 2009 tot 2016 heeft gewoond. Ze heeft aangevoerd dat haar ouders haar willen uithuwelijken en dat zij daardoor in gevaar verkeert. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet heeft aangetoond dat haar verblijfsvergunning in de VAE is ingetrokken en dat zij niet in bewijsnood verkeert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de VAE, ondanks het ontbreken van een asielprocedure, in de praktijk de mensenrechten respecteert en dat eiseres geen relevante feiten heeft aangedragen die haar terugkeer naar de VAE onveilig zouden maken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de VAE als veilig derde land kan worden beschouwd en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om hun claims te onderbouwen met objectieve en relevante informatie, vooral als het gaat om de veiligheid in het land van herkomst of verblijf.