Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus 2017 in de zaken tussen
[eiser], te [plaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
Op 28 augustus 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De eiser had aanvragen om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ingediend, welke door verweerder zijn afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende inlichtingen had verstrekt over zijn hoofdverblijf, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Eiser had eerder aanvragen om bijstand gedaan, die ook waren afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonde, mede op basis van bevindingen uit huisbezoeken en het ontbreken van bewijs van huurbetalingen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvragen door verweerder terecht was, omdat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 augustus 2017 en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.