Uitspraak
REchtbank DEN Haag
[verzoeker] , verzoeker, V-nummer [V-nummer]
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2 september 2016 afgewezen, omdat eiser niet beschikte over een machtiging tot voorlopig verblijf en niet was gebleken dat verzoeker daarvan vrijgesteld diende te worden op grond van artikel 41 van het Aanvullend Protocol (standstill-bepaling) van het Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de associatie (Besluit 1/80). Het besluit van 2 september 2016 staat in rechte vast.
2 september 2016 afgewezen omdat er geen nieuwe feiten en omstandigheden aanwezig zijn in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertoe acht verweerder redengevend dat het door verzoeker overgelegde ondernemingsplan van 19 december 2016 geen relevante wijzigingen bevat ten opzichte van het in de vorige procedure overgelegde ondernemingsplan. Daarbij ontbreekt nog steeds de objectieve onderbouwing van het ondernemingsplan. Verder dateert een aantal van de overgelegde stukken van voor de beschikking van 2 september 2016 in de vorige procedure en deze stukken had verzoeker in die procedure moeten inbrengen. De overgelegde balans, winst- en verliesrekening en de facturen van [bedrijf] tot slot, kunnen volgens verweerder evenmin afdoen aan de besluitvorming in de eerdere procedure, nu deze stukken enkel zijn ontstaan vanwege tijdsverloop sinds de vorige procedure. Het betreffen daarom geen relevante nieuwe feiten.