Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 augustus 2017 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de minister van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
tweetvan eiseres van 12 augustus 2014. Deze luidde als volgt:
tweetzoals door haar gedaan bij het programma De Nieuws B.V. op Radio 1 op 13 augustus 2014, waarbij zij onder meer duidelijk heeft gemaakt geen afstand te nemen van de strekking van haar
tweeten dat zij van mening was dat zij als ambtenaar het recht heeft haar mening te uiten.
tweetvan 12 augustus 2014 door eiseres is geplaatst en dat de uitlatingen op Radio 1 op 13 augustus 2014 door eiseres zijn gedaan.
tweetof de daarna door eiseres gedane uitspraken niet worden afgeleid dat zij haar functie niet loyaal zou hebben uitgevoerd.
Daesh) staat immers prominent vermeld op de Kennisbank terroristische organisaties (de zogenaamde terrorismelijst) van de NCTV en de werkzaamheden van de NCTV worden in de media met name met ISIS en aanverwante organisaties in verband gebracht. De uitlatingen van eiseres raken daarom het functioneren van de openbare dienst (in dit geval NCTV), omdat ze betrekking hebben op de kerntaken van de NCTV en afstralen op de NCTV als organisatie. Zoals ook de AGFA in haar advies opmerkt, heeft de NCTV tot taak de Nederlandse samenleving te beschermen tegen terrorisme. Uitlatingen van ambtenaren werkzaam bij de NCTV over terrorisme(bestrijding) zouden twijfel kunnen oproepen of de NCTV het vermogen heeft om deze taak effectief uit te voeren.
tweetop persoonlijke titel op haar Twitter-account geplaatst, zonder vermelding van haar functie bij verweerder. Zij heeft dit gedaan tijdens haar vakantieperiode en niet onder werktijd. Door echter te kiezen voor het openbare medium van Twitter had zij kunnen weten dat het bericht al snel
viralzou kunnen gaan (hetgeen ook geschiedde). Immers via Twitter waren haar identiteit en functie gemakkelijk te achterhalen, onder meer door vermelding van haar functie op haar LinkedIn-account alsmede door haar naamsbekendheid als voorzitter van het Actiecomité Herstel van Vertrouwen in de Schilderswijk te Den Haag. Eiseres plaatste de tweet op 12 augustus 2014 om 23.38 uur en hiervan werd op 13 augustus 2014 om 8.49 uur al melding gemaakt op de website van De Telegraaf. Dat eiseres reeds op 13 augustus 2014 om 9.51 uur de tweet heeft verwijderd, kon niet voorkomen dat de inhoud van het bericht - onder vermelding van de functie van eiseres - toen al de media had bereikt.
tweetvan 12 augustus 2014 luidde: ‘Isis heeft niets met Islam te maken…is vooropgezet plan van zionisten die bewust Islam willen zwartmaken’. De rechtbank stelt voorop dat deze
tweetniet anders kan worden gelezen en begrepen dan als één geheel - over de bestaansreden van ISIS - en niet als twee van elkaar los te ‘knippen’ stellingen.
tweeteen televisie-uitzending was, waarin volgens haar werd betoogd dat de gewelddaden van ISIS hun rechtvaardiging rechtstreeks vinden in de islam. Zij heeft zich hieraan geërgerd. Zij erkent dat zij haar tweet - tijdens haar vakantieverlof - enigszins impulsief heeft geschreven en geplaatst.
tweetbinnen een paar uur (op 13 augustus 2014 om 9.51 uur) verwijderd, waarbij zij tegelijkertijd de volgende
tweetheeft geplaatst: ‘Tweet over Isis heb ik zojuist verwijderd. Realiseer mij de politieke gevoeligheid in relatie tot mijn werk. Dit was nimmer mijn bedoeling.’ Om 11.28 uur heeft zij het volgende geplaatst: ‘Voor de volledigheid: heb willen zeggen dat ISIS onmogelijk islamitisch kan zijn. Daden ISIS staan lijnrecht tov (wat) de Islam predikt.’ En om 11.30 uur: Tot slot: ik neem volledig afstand van het gedachtengoed van ISIS en haar daden. En zeg dit met volle overtuiging.’
tweetin zijn geheel. Ook in het Radio 1 programma waarin zij optrad heeft zij aangegeven nog steeds achter de door haar bedoelde boodschap te staan.
tweetniet onderbouwt. De rechtbank acht dit onzorgvuldig en ondoordacht voor een ambtenaar werkzaam bij de NCTV, temeer nu dergelijke complottheorieën veelvuldig voorkomen in andere, wel degelijk antisemitische kringen. Deze ondoordachtheid en onzorgvuldigheid in haar uitlatingen in een ongeschikt medium leiden de rechtbank tot het oordeel dat op dit punt sprake is van plichtsverzuim.
tweetgemakkelijk te herleiden zou zijn tot haar persoon en haar toenmalige functie bij de NCTV.
tweetvan 12 augustus 2014 en het feit dat zij de inhoud en strekking hiervan in een radio-interview de volgende dag niet heeft teruggenomen, maar heeft bevestigd - moeten worden aangemerkt als plichtsverzuim.
tweet(van 12 augustus 2014) en haar uitlatingen op Radio 1 (de volgende dag) in elkaars verlengde lagen. Gebleken is dat eiseres het radiointerview niet is aangegaan naar aanleiding van de
tweetmaar dat dit gesprek reeds eerder was gepland (naar aanleiding van problemen in de Schilderswijk). Eiseres heeft dus niet zelf de publiciteit gezocht om haar
tweette verdedigen. Voorts wordt van belang geacht dat eiseres de
tweetreeds binnen een paar uur - op 13 augustus 2014 om 9.51 uur - heeft verwijderd, waarbij zij tegelijkertijd de volgende tweet heeft geplaatst: ‘Tweet over Isis heb ik zojuist verwijderd. Realiseer mij de politieke gevoeligheid in relatie tot mijn werk. Dit was nimmer mijn bedoeling.’ Hoewel eiseres valt aan te rekenen dat zij in het radiointerview achter de verdere inhoud van
de tweetis blijven staan, heeft zij later verklaard zich toen (nog) niet bewust te zijn geweest van de gevoeligheid van het gebruik van de term ‘zionisten’ in Nederland. Zij betreurt achteraf dat zij deze term heeft gebruikt en heeft daarvoor onder andere in een brief van 26 augustus 2014 aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - die publiekelijk negatief had gereageerd op haar uitlatingen - haar excuses aangeboden. Ook overweegt de rechtbank in dit verband dat eiseres tijdens haar langdurige dienstverband niet eerder disciplinair is gestraft en dat zij naar het oordeel van verweerder altijd een zeer goede staat van dienst heeft gehad. Hetgeen zij over zichzelf onbedoeld heeft afgeroepen heeft haar sterk aangegrepen en tot langdurige arbeidsongeschiktheid geleid.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 6 oktober 2015;
- herroept het primaire besluit van 31 maart 2015;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,-, aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1980,-.