ECLI:NL:RBDHA:2017:9095
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een woning met agrarisch bedrijf
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 17 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning met een gemengd agrarisch bedrijf. De eiser, wonende te [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn vastgestelde waarde van het object, die was vastgesteld op € 446.000. De eiser betoogde dat de waarde te hoog was en stelde een waardecorrectie van 14% voor, gebaseerd op de taxatiewijzer voor agrarische gebouwen. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar niet voldoende had onderbouwd hoe de waarde was vastgesteld met behulp van het TIOX-rekenmodel, en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de marktontwikkelingen in de agrarische sector. De rechtbank heeft de waarde van het object uiteindelijk in goede justitie vastgesteld op € 430.000, en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die in totaal € 1.113 bedroegen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.