ECLI:NL:GHDHA:2018:2310
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- W.M.G. Visser
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- F.G.F. Peters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een gemengd agrarisch bedrijf met melkveebedrijf en varkenshouderij
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak, die bestaat uit een gemengd agrarisch bedrijf met een woning, melkveebedrijf en varkenshouderij. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, betwist de door de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn vastgestelde waarde van € 446.000 per 1 januari 2015. De rechtbank had eerder de waarde vastgesteld op € 430.000, maar de heffingsambtenaar ging in hoger beroep. Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar niet heeft voldaan aan de bewijslast om aan te tonen dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Het Hof sluit zich aan bij de gemeenschappelijke opvatting van partijen dat de taxatiewijzers Agrarische gebouwen en Grond bij agrarische objecten bruikbaar zijn voor de waardebepaling. Het Hof concludeert dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de slechte marktsituatie in de melkveehouderijsector en dat de dakkapel niet afzonderlijk in de waardering moet worden betrokken. Uiteindelijk stelt het Hof de waarde van de onroerende zaak vast op € 419.000, en vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens de proceskostenveroordeling.