ECLI:NL:RBDHA:2017:9056
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Verblijfvergunning asiel en overdracht aan Italië in het licht van psychische kwetsbaarheid
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser met de Sierraleoonse nationaliteit en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris niet in behandeling werd genomen op basis van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris stelde dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat de eiser via Italië naar Nederland was gereisd en daar vingerafdrukken had afgegeven. De eiser betwistte deze claim en voerde aan dat Italië niet voldeed aan zijn internationale verplichtingen, vooral gezien zijn psychische gezondheidsproblemen.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiser overwogen, waaronder zijn psychische problemen en de gebrekkige zorg in Italië. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris ten onrechte had nagelaten de eiser als bijzonder kwetsbaar persoon te beschouwen, zoals vereist door het Tarakhel-arrest. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende garanties waren dat de eiser in Italië de noodzakelijke zorg zou ontvangen, wat in strijd zou zijn met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Uiteindelijk heeft de rechtbank het bestreden besluit van de staatssecretaris vernietigd wegens schending van de Algemene wet bestuursrecht en geoordeeld dat de overdracht van de eiser aan Italië niet kon plaatsvinden zonder aanvullende garanties voor zijn zorg en behandeling. De rechtbank heeft de staatssecretaris ook veroordeeld in de proceskosten van de eiser.