ECLI:NL:RBDHA:2017:8918
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor arbeid als zelfstandige door Turkse vreemdeling zonder geldige mvv
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2017 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een Turkse vreemdeling, die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige bij [bedrijf 1] v.o.f.’. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, omdat verzoeker niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en niet in aanmerking kwam voor vrijstelling van het mvv-vereiste. Verzoeker had tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde financieel nadeel te ondervinden als hij Nederland moest verlaten.
De voorzieningenrechter overwoog dat, ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De rechter stelde vast dat de staatssecretaris de aanvraag had afgewezen op basis van de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000, omdat verzoeker niet had aangetoond dat zijn aanwezigheid in Nederland een wezenlijk Nederlands belang diende. De voorzieningenrechter concludeerde dat de staatssecretaris de juiste toetsingsvolgorde had gevolgd en dat het tegenwerpen van het mvv-vereiste niet in strijd was met de standstillbepaling.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bezwaar van verzoeker geen redelijke kans van slagen had. De rechter oordeelde dat de overgelegde stukken onvoldoende waren om aan te tonen dat verzoeker met zijn bedrijfsactiviteiten een wezenlijk Nederlands belang diende. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 8 augustus 2017. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.