Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 juni 2017;
- de akte overlegging producties van de zijde van Millennium, ingekomen ter griffie op 28 juni 2017, met productie 1 tot en met 11;
- de akte overlegging producties van de zijde van Teva c.s., ingekomen ter griffie op 28 juni 2017, met productie 1 tot en met 26;
- de akte overlegging producties van de zijde van Millennium, ingekomen ter griffie op 30 juni 2017, met productie 12;
- de conclusie van antwoord tevens akte houdende overlegging aanvullende productie, ingekomen ter griffie op 30 juni 2017, met productie 27 en een kostenspecificatie;
- de akte overlegging productie 28 van de zijde van Teva c.s., ingekomen ter griffie op 3 juli 2017, met productie 28 en een aanvullend proceskostenoverzicht;
- het aanvullende kostenoverzicht van de zijde van Millennium, ingekomen ter griffie op 3 juli 2017;
- de mondelinge behandeling van 4 juli 2017 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Millennium en Teva c.s.
2.De feiten
‘Boronic ester and acid compouds, synthesis and uses’, op naam van Millennium, welk octrooi is verlopen op 26 oktober 2015. Tegen de verlening van EP 360 is geen oppositie ingesteld. EP 360 is het basisoctrooi voor Aanvullend Beschermingscertificaat (NL) 300151 voor
‘Bortezomib of een farmaceutisch aanvaardbare ester daarvan, desgewenst in de vorm van een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan’(hierna: het ABC). Het ABC is van kracht tot en met 27 april 2019. Conclusies 1, 22 en 23 luiden, voor zover relevant voor het ABC, in de onbestreden Nederlandse vertaling als volgt:
‘Chymotrypsin-like proteases and their inhibitors’, gepubliceerd op 19 september 1991, tot de stand van de techniek. In de beschrijving van WO 904 is onder meer het volgende opgenomen (p. 4-12 en 50-51):
called "chymase" and "multicatalytic protease",that are derived from rat or human brain. Both chymase and the multicatalytic protease have an enzymatic activity capable of cleaving between Met and Asp, which activity is required to generate beta-amyloid. Methods are provided for quantifying the activities of chymase and the multicatalytic protease in brain (and other tissue samples and fluids) to allow diagnosis of AD, and for development of inhibitors as therapeutic agents to slow progress of the disease. Novel compositions have been prepared and identified as inhibitors of the two enzymes. Methods are also provided for cloning and sequencing of human brain chymase and the multicatalytic protease, and the preparation of nucleic acid and antibody probes to them.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
aminozuursequentiedie bindt aan of ligt in de buurt van de actieve plaats van het enzym. Deze sequentie kan een korte keten (2 of 3 aminozuren) of een langere keten zijn (4 of 5 aminozuren). De aminozuren hoeven niet noodzakelijkerwijs natuurlijke aminozuren te zijn. De amideverbindingen in de aminozuursequentie kunnen ook worden vervangen door een covalente binding of een andere groep. De sequentie wordt gekozen op basis van de bekende substraatspecificiteit van het enzym, dat wil zeggen, de plek op het eiwit waar het te remmen enzym aangrijpt. Een optimale sequentie zal een zeer actieve remmer en een hoge mate van selectiviteit opleveren (d.w.z. hoge mate van remming van de gewenste protease, en een lage affiniteit voor andere enzymen). In mei 1995 was een groot deel van het ontwerpen van proteaseremmers gebaseerd op de identificatie van de sequentie waar het protease specifiek op het eiwit aangrijpt.
warhead" dat bindt met de actieve plaats op het protease. Hierdoor wordt de actieve plaats op het protease geblokkeerd, en kan het protease zijn werking niet meer vervullen. De terminologie is gebaseerd op de gedachte dat de aminozuursequentie ervoor zorgt dat de remmer op de juiste plek op het protease aangrijpt, en het "warhead" vervolgens de actieve plaats van het enzym blokkeert. Aldehyde- en boronzuurgroepen waren bekende voorbeelden van dergelijke warheads die al geruime tijd voor mei 1995 gewoonlijk in proteaseremmers werden gebruikt.
Extra groepenkunnen in het molecuul worden geïntroduceerd om een (chemische en biologische) stabiele structuur te verkrijgen of om fysisch-chemische eigenschappen (bijv. oplosbaarheid) te optimaliseren. Een voorbeeld van een dergelijke groep is een “blokkerende groep” aan het N-terminale einde van de aminozuursequentie in de remmer. Het was - en is - algemene vakkennis dat peptideanaloge proteaseremmers beschermd moeten worden tegen afbraak door aminopeptidasen die van nature in de cel aanwezig zijn. Dit kan door een beschermende groep op het N-terminale einde van de aminozuursequentie aan te brengen. Door het N-terminale einde te blokkeren, kunnen aminopeptidases de remmer niet meer afbreken. Een van de meest gebruikelijke beschermingsgroepen was benzyloxycarbonyl (Cbz), maar in de literatuur waren ook al vele andere aminoterminale beschermingsgroepen beschreven die op dezelfde wijze konden worden ingezet.
warheadY.
warhead(de groep die het proteasoom uitschakelt) en niet van een boorzuur, zoals bij bortezomib het geval is.
undue burden). Teva Nederland c.s. heeft echter in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk gemaakt dat die aannames ook door de gemiddelde vakman die voormeld probleem wil oplossen daadwerkelijk
zoudenworden gedaan. De keuze om de speurtocht geheel te beperken tot dipeptiden ligt, mede met het oog op de hierboven reeds besproken leer van WO 904 en Vinitsky, al om te beginnen niet voor de hand. De onderbouwing van [B] voor die keuze, namelijk gemakkelijker synthese en grotere stabiliteit dan tri- of meer peptiden, overtuigt naar voorlopig oordeel niet. Millenium en haar deskundige [A] voeren immers terecht aan dat proteasoom langere peptiden hydrolyseert, wat zodoende juist weer tegen het verminderen van het aantal aminozuren tot twee spreekt. Ook voor het (volledig) wegcijferen van een aldehyde als
warhead(en ook de overige opties daarvoor die WO 904 geeft) is voorshands onvoldoende basis.