Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2017 in de zaak tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres
(gemachtigde: drs. J. de Vos),
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
€ 191.256-/-
€ 0-/-
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van aandelen en de daarop gebaseerde aanslag schenkbelasting. Eiseres, vertegenwoordigd door drs. J. de Vos, had een beroep ingesteld tegen een aanslag schenkbelasting die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd. De aanslag was gebaseerd op een belaste verkrijging van € 268.741, die later door de inspecteur was verminderd tot € 199.951 na een uitspraak op bezwaar. Eiseres betwistte de waardering van de aandelen die aan haar waren geschonken door haar zwager, en voerde aan dat de door haar gehanteerde verbeterde rentabiliteitsmethode de juiste waarderingsmethode was, terwijl de inspecteur de discount-cash-flow-methode (DCF) voorstelde.
De rechtbank oordeelde dat de door eiseres gebruikte waarderingsmethode niet zonder meer als ongeschikt kon worden afgewezen. De rechtbank stelde vast dat de inspecteur onvoldoende onderbouwing had voor de verwerping van de verbeterde rentabiliteitsmethode en dat de DCF-methode niet correct was toegepast. De rechtbank concludeerde dat de waarde van de aandelen € 386.000 bedroeg, en dat de belaste verkrijging na toepassing van de vrijstellingen € 185.093 was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en verlaagde de belastingaanslag. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.236.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.