Uitspraak
- de dagvaarding van G-Star c.s. van 4 september 2015 met producties 1 t/m 32;
- de conclusie van antwoord van Brandzbase van 16 december 2015 met producties 1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord van Yukka van 27 januari 2016 met producties 1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord van Topstreetwear van 9 maart 2016 met producties 1 t/m 12;
- het tussenvonnis van 4 mei 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de beschikking van 2 juni 2016 waarbij de comparitie van partijen nader is bepaald op 29 september 2016;
- de aanvullende producties 6 t/m 14 van Brandzbase en Yukka ingekomen op 15 september 2016;
- de aanvullende producties 13 en 14 van Topstreetwear ingekomen op 15 september 2016;
- de aanvullende producties 33 t/m 52 van G-Star c.s. ingekomen op 15 september 2016 waarbij productie 43 gelijk is aan de gereserveerde maar niet overgelegde productie 28;
- per 16 september 2016 hebben mrs. Knottenbelt en Verwoert zich respectievelijk als procesadvocaat en behandelend advocaat van Brandzbase en Yukka onttrokken op verzoek van deze partijen om verdere kosten te voorkomen;
- de aanvullende kostenstaat van G-Star c.s. ingekomen op 27 september 2016;
- het proces-verbaal van de op 29 september 2016 gehouden comparitie van partijen en de daarbij door de advocaten van partijen overgelegde pleitnotities, waarbij van de zijde van gedaagden alleen Topstreetwear is verschenen;
- de brief van de advocaat van Topstreetwear van 12 oktober 2016 inhoudende een reactie op het proces-verbaal van comparitie;
- de brief van de advocaat van G-Star c.s. van 30 november 2016 in reactie op de brief van Topstreetwear.
2.De feiten
G-Star c.s.
gedeponeerd op 27 augustus 1999 waarvan de inschrijving is gepubliceerd op 1 september 2000 onder nummer 0663186 (in klasse 25 uitsluitend ingeschreven voor kledingstukken);
gedeponeerd op 17 mei 2000 en ingeschreven op 3 september 2001 onder nummer 1659895;
gedeponeerd op 10 april 2006 en ingeschreven op 6 juli 2006 onder nummer 0799056;
gedeponeerd op 16 januari 2013 ingeschreven op 17 januari 2013 onder nummer 0931705.
Lagerung von Bekleidungsstücken, Kopfbedeckungen, Shuhwaren und Lederwaren; Ausliefering von Waren). Voor klasse 25 is de inschrijving geweigerd.
(…) Het door gedaagde[G-Star; rb]
ingestelde beroep is ontvankelijk, maar inhoudelijk ongegrond. De eisen in reconventie die met dit beroep worden voortgezet, zijn niet gerechtvaardigd. De eis in reconventie wordt opnieuw afgewezen, ook voor zover deze in hoger beroep is vermeerderd doordat deze ook op het Gemeenschapsmerk “RAW” wordt gegrond. (…)
genieten de merken van gedaagde al helemaal niet de beweerde uitgebreide bescherming wegens bekendheid op grond van artikel 9 lid 1 c GMVo. (…) met betrekking tot kledingstukken.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
(3) (…) is het noodzakelijk in een communautair merkensysteem te voorzien, dat de ondernemingen volgens één enkele procedure in staat stelt Uniemerken te verkrijgen die een eenvormige bescherming genieten en rechtsgevolgen hebben op het gehele grondgebied van de Unie. Dit beginsel, namelijk dat het Uniemerk een eenheid vormt, moet van toepassing zijn tenzij deze verordening anders bepaalt.
Raw Blue kleding
Kollisionspunkttussen de ingeroepen merken en het gewraakte teken (volgens G-Star c.s. is dat de dag dat het geschil een aanvang nam). In de Duitse procedure is als
Kollisionspunktuitgegaan van de depotdatum (23 januari 2006) van het Uniewoordmerk RAW BLUE van [A] . Volgens G-Star c.s. is dat een
ex tuncbeoordeling die wat de beschermingsomvang van de ingeroepen rechten betreft geen rekening lijkt te houden met inburgering, terwijl in de Nederlandse procedure de inbreuken
ex nuncdienen te worden beoordeeld.
Raw Blue caps en Only1Raw jas
de Raw Blue kleding
de Raw Blue caps
urbanconsumenten, zo is tussen partijen niet in geschil.
Kollisionspunktin 2006 een groot onderscheidend vermogen hadden. De rechtbank verwerpt de stelling van Topstreetwear c.s. Hiervoor heeft de rechtbank reeds vastgesteld dat zij de merkinbreuk
ex nunczal beoordelen. Dat betekent dat voor het onderscheidend vermogen dient te worden uitgegaan van de huidige situatie en niet van het
Kollisionspunktin 2006. Dat de RAW-merken op dit moment een groot onderscheidend vermogen hebben, heeft Topstreetwear c.s. niet gemotiveerd betwist. De rechtbank neemt dan ook aan, zoals het Gerechtshof Den Haag recent heeft vastgesteld, dat de RAW-merken voor kleding thans een inherent onderscheidend vermogen hebben dat door gebruik substantieel is versterkt.
de Only1Raw jas
assurancedoor een registeraccountant. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat een registeraccountant die
assuranceniet kan geven. Toewijzing van het gevorderde leidt derhalve gemakkelijk tot executieproblemen. [12] Een minder verstrekkende opdracht tot het maken van een “rapport van feitelijke bevindingen”, zoals door gerechtshof ’s‑Hertogenbosch [13] voorgestaan, biedt naar het oordeel van de rechtbank G-Star geen extra zekerheid ten aanzien van de juistheid van de opgave, omdat de accountant daarin kennelijk volgens zijn gedragsregels geen conclusies mag trekken. De accountant kan niet verklaren dat de opgave een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt en/of dat er geen aanwijzingen zijn dat de opgave onjuist of onvolledig is. Gelet op de beperkte zekerheid die een rapport van feitelijke bevindingen daardoor aan G-Star zal bieden en gelet op het feit dat aan de veroordeling tot het doen van opgave een dwangsom wordt verbonden, rechtvaardigt dat niet de aanzienlijke kosten die met zo’n rapport gemoeid zijn, althans heeft G-Star c.s. dat niet inzichtelijk gemaakt.
recallis toewijsbaar als nader in het dictum bepaald. Dat Topstreetwear c.s. geen bedrijfsmatige afnemers heeft, is door G-Star c.s. betwist en door Topstreetwear c.s. niet nader onderbouwd. De gevorderde gecertificeerde accountantsverklaring wordt op dezelfde grond als hiervoor overwogen niet toegewezen.