Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 februari 2013 en de daarin genoemde stukken (hierna: het tussenvonnis);
- het tussenvonnis van 23 november 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het bericht van de rechtbank van 9 januari 2017 met instructies aangaande het indienen van nadere (proces)stukken;
- het bericht van de rechtbank van 9 maart 2017 met instructies ten aanzien van de comparitie van partijen;
- de akte vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties van Stichting de Thuiskopie van 10 maart 2017 met producties 21 t/m 26;
- de akte overlegging nadere producties van Stichting de Thuiskopie van 10 maart 2017 met producties 27 t/m 37;
- het proces-verbaal van de op 10 maart 2017 gehouden comparitie van partijen, en de daarbij door partijen overgelegde pleitnotities (waarbij uit de pleitnota van mrs. Griffiths en Van der Jagt de paragrafen 8 en 9 zijn geschrapt nu deze niet zijn gepleit);
- de brief van Stichting de Thuiskopie van 27 maart 2017 met twee opmerkingen over het proces-verbaal van de comparitie van partijen.
2.De verdere beoordeling
primair: veroordeling van Imation om thuiskopievergoeding over alle door haar in Nederland uitgeleverde blanco gegevensdragers te betalen en te blijven betalen;
- i) € 1.193.184,86: thuiskopievergoeding voor leveringen via het Commercial Channel vanaf 1 mei 2010 tot en met 31 december 2012, die Imation vanaf juni 2010 niet meer heeft betaald, waarbij rekening is gehouden met een aftrek ter grootte van € 68.197,92 in verband met nog niet verwerkte restitutieaanvragen in verband met export.
- ii) € 290.972,99: thuiskopievergoeding voor leveringen vanaf 1 maart 2011 tot en met 31 december 2012 via het Consumer Channel, die Imation met een beroep op verrekening niet heeft betaald.
vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 februari 2013 voor zover het betrekking heeft op de vorderingen I-Subsidiair en III van STK;
- i) voor de periode 1 maart 2011 t/m 31 juli 2012: door Imation zelf gedane gereviseerde opgaven van door haar verschuldigde thuiskopievergoedingen uit hoofde van leveringen via het Consumer Channel ter hoogte van € 219.716,48 en
- ii) voor de periode 1 augustus t/m 31 december 2012: de reguliere maandelijkse opgaven van Imation ten aanzien van leveringen via het Consumer Channel van in totaal € 71.256,51.
In confesso is dat over de dragers die feitelijk of juridisch ter beschikking zijn gesteld aan consumenten (vergelijk het Imation “consumer channel”) een afdracht verplicht is.”(pleitnota Imation d.d. 29 november 2012 onder 32). Gelet hierop, kan zij niet, althans niet zonder enige toelichting, die evenwel ontbreekt, thans aanvoeren dat het aan Stichting de Thuiskopie is om alsnog te stellen en te bewijzen exact hoeveel dragers die Imation zelf onder het Consumer Channel heeft geschaard, zijn geleverd aan privégebruikers.
- Categorie 2: bedrijven die alleen aan professionele gebruikers leveren;
- Categorie 3: bedrijven die een webshop en/of winkel hebben waar iedereen kan kopen;
- Categorie 4: onbekend, niet meer te achterhalen wegens faillissement e.d.
Microsoft, Nokia e.a./SIAE;hierna: ‘het SIAE-arrest’), ter beantwoording van prejudiciële vragen van de hoogste Italiaanse bestuursrechter. In die zaak heeft het HvJEU beslist:
, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling, zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die vrijstelling van de vergoeding voor het kopiëren voor privégebruik voor producenten en importeurs van apparaten en dragers die duidelijk bestemd zijn voor een ander gebruik dan het kopiëren voor privégebruik, afhankelijk stelt van het sluiten van overeenkomsten tussen een organisatie die een wettelijk monopolie heeft voor het behartigen van de belangen van de auteurs van werken, enerzijds, en de betalingsplichtigen of hun brancheorganisaties, anderzijds,en die voorts bepaalt dat enkel de eindgebruiker van deze apparaten en dragers kan verzoeken om terugbetaling van een dergelijke vergoeding in geval deze ten onrechte is betaald.”(onderstreping rechtbank).
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Imation een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling heeft op de Thuiskopie voor de in strijd met het Unierecht in de AmvB’s te hoog vastgestelde thuiskopievergoeding. Bij deze stand van zaken kan worden volstaan met de vaststelling dat de voor Imation geldende bedragen aan thuiskopievergoeding in de periode vanaf mei 2007 te hoog waren vastgesteld in de AmvB’s.”