In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben de eiseres, European Retail Fund B.V. (ERF), en de gevoegde partij [A] een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, Reydek Beheer B.V. De eisers vorderden dat Reydek zou worden verboden om een aangezegde executieveiling van een registergoed aan de [adres 2] door te laten gaan. De achtergrond van het geschil betreft een hypotheekakte die door Reydek was gevestigd ten behoeve van een lening aan HIM, een vennootschap waarvan Movaria de aandelen bezat. De eiseres stelde dat de hypotheekakte niet strekte tot zekerheid van voldoening van een vordering van Reydek, omdat de betrokken partijen eerder een vaststellingsovereenkomst hadden gesloten waarin zij hun geschil hadden beslecht.
De rechtbank heeft op 20 januari 2017 uitspraak gedaan en de vordering van ERF en [A] afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de hypotheekakte wel degelijk tot zekerheid strekt van de vordering van Reydek op Movaria, en dat de stelling van de eisers dat het hypotheekrecht was vervallen, niet kon worden gevolgd. De rechtbank concludeerde dat de executieveiling rechtmatig was en dat er geen misbruik van recht was. De eisers werden veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de rechtsgeldigheid van de hypotheekakte en de gevolgen van de vaststellingsovereenkomst voor de vorderingen van de partijen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de communicatie over de veiling voldoende duidelijk was en dat de eisers niet konden aantonen dat zij schade hadden geleden door de aangekondigde executieveiling.