ECLI:NL:RBDHA:2017:6628
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake visum kort verblijf door termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2017 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eisers, die een visum kort verblijf hadden aangevraagd. De aanvraag was door de minister van Buitenlandse Zaken afgewezen en het bezwaar van eisers was kennelijk ongegrond verklaard. Eisers hebben op 2 maart 2017 beroep ingesteld, terwijl de beroepstermijn op 21 februari 2017 was geëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de aangevoerde omstandigheden van een ernstig ziek familielid van de referent, die naar Pakistan moest afreizen. De rechtbank oordeelde dat het aan de referent was om tijdig maatregelen te treffen en dat de omstandigheden voor rekening en risico van eisers kwamen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en bleef een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit achterwege. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.