ECLI:NL:RBDHA:2017:6202
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. Eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], die op 2 februari 2017 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015 had opgelegd. Eiser had een belastbaar inkomen uit werk en woning (biww) aangegeven van € 16.498, met aftrekken van specifieke zorgkosten, giften en scholingsuitgaven. De inspecteur heeft echter slechts een deel van de zorgkosten in aftrek toegelaten en de giften en scholingskosten niet.
Tijdens de zitting op 19 mei 2017 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, terwijl de inspecteur vertegenwoordigd was door [persoon A] en [persoon B]. De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door hem opgevoerde specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven. De rechtbank oordeelde dat de uitgaven voor gezinshulp niet voldeden aan de wettelijke eisen en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de scholingsuitgaven in verband stonden met het verwerven van inkomen.
Eiser heeft ook een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel, omdat eerdere aangiften door de inspecteur waren gevolgd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er meer nodig is dan alleen het volgen van eerdere aangiften om een in rechte te beschermen vertrouwen te rechtvaardigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 juni 2017, en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.