ECLI:NL:RBDHA:2017:6141
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Eritrese vrouw en de overdracht aan Noorwegen onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 8 maart 2017 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van een vrouw uit Eritrea. Eiseres had asiel aangevraagd en voerde aan dat haar uitzetting en overdracht aan Noorwegen niet verantwoord was vanwege haar gezondheidstoestand. Ze stelde dat er in Noorwegen systematische tekortkomingen waren in de opvang en asielprocedure, maar kon dit niet aannemelijk maken. De rechtbank oordeelde dat de medische voorzieningen in Noorwegen vergelijkbaar zijn met die in Nederland en dat er geen reden was om aan te nemen dat Noorwegen zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De rechtbank benadrukte dat het aan eiseres was om aan te tonen dat Noorwegen zijn verplichtingen niet nakomt, wat zij niet had gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen belemmeringen waren voor de overdracht aan Noorwegen en dat de aanvraag van eiseres niet in behandeling genomen hoefde te worden.