1.6Eiseres is op 24 februari 2015 gehoord door de Adviescommissie voor bezwaarschriften. Op 1 juni 2015 heeft de Adviescommissie verweerder van advies gediend.
Bij besluit van 4 juni 2015 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft bij brief van 14 juli 2015 beroep ingesteld tegen dit besluit.
2 Artikel 8:3 van de CAR luidt als volgt:
“1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend wegens opheffing van zijn functie of wegens verandering in de inrichting van het dienstonderdeel waarbij hij werkzaam is of van andere dienstonderdelen, dan wel wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten.
Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend.
2. Ontslag op grond van dit artikel kan ook gedeeltelijk worden verleend.
3. Op grond van dit artikel wordt, individuele gevallen uitgezonderd, ontslag verleend ingevolge een vooraf vastgesteld plan.”
Hoofdstuk 15a van de CAR bevat richtlijnen bij organisatiewijzigingen.
Ingevolge artikel 15a:1:1:1, onder c, van de CAR wordt in hoofdstuk 15a verstaan onder organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente of een onderdeel daarvan, of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente of een onderdeel daarvan, die niet van tijdelijke aard is en die belangrijke personele gevolgen met zich meebrengt.
In 15a:1:3:3, eerste lid, van de CAR is bepaald dat de werkgever bij het nemen van herplaatsingsbesluiten ten aanzien van de ambtenaren die betrokken zijn bij de organisatiewijziging de volgende plaatsingsvolgorde dient te hanteren:
1. plaatsing in de eigen, ongewijzigde, functie;
2 overplaatsing naar een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie (interne herplaatsing);
3 overplaatsing naar een geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie (interne herplaatsing).
Artikel 15a:1:3:4 van de CAR luidt als volgt:
“1. Bij het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 15a:1:3:3, eerste lid, wordt met de volgende gegevens rekening gehouden:
a. de geschiktheid van de ambtenaar voor een functie, zoals die blijkt uit opleidings- en ervaringsgegevens, functionerings-, beoordelings- of ontwikkelingsgesprekken en eventuele geschiktheidstesten;
b. de voorkeur van de ambtenaar voor bepaalde functies;
c. de diensttijd van de ambtenaar bij de gemeente Delft;
d. de leeftijd van de ambtenaar;
e. de aard van het dienstverband van de ambtenaar.
Wanneer er meer ambtenaren in aanmerking komen dan er ongewijzigde functies zijn, dan wordt bij de plaatsing het afspiegelingsprincipe toegepast zoals dat op 1 april 2013 door het UWV wordt voorgeschreven.
³ De werknemers die worden ontslagen worden verdeeld in groepen met uitwisselbare functies. Uitwisselbare functies zijn banen die vergelijkbaar zijn wat betreft functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties, en niveau en beloning. Het aantal werknemers binnen een groep uitwisselbare functies verdeelt u over 5 leeftijdscategorieën:
• 15 tot en met 24 jaar;
• 25 tot en met 34 jaar;
• 35 tot en met 44 jaar;
• 45 tot en met 54 jaar;
• 55 jaar en ouder.
Per leeftijdscategorie mag de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag worden voorgedragen.
Hoofdstuk 19b van de CAR bevat een aanvullende rechtspositieregeling voor de ambtenaar in een aanstelling voor kunsteducatie, onder meer voor docenten.
Ingevolge artikel 19b:17, eerste lid, van de CAR wordt bij ontslag op grond van artikel 8:3, zolang het plan, bedoeld in artikel 8:3, derde lid, nog niet bestaat, een bepaalde ontslagvolgorde gehanteerd.
Artikel 19b:18 van de CAR luidt als volgt:
“1. Dit artikel is van toepassing op de ambtenaar die voor minder dan 5 uur of, bij een formele arbeidsduur van minder dan 10 uur, voor minder dan de helft van zijn formele arbeidsduur wordt ontslagen.
2. Voor de ambtenaar geldt de ontslagvolgorde uit het plan, bedoeld in artikel 8:3, derde lid.
3. Zolang het plan, bedoeld in artikel 8:3, derde lid, nog niet bestaat, is artikel 19b:17 van overeenkomstige toepassing.
4. Op de ambtenaar is hoofdstuk 10d niet van toepassing. Ontslag op grond van artikel 8:3 vindt slechts plaats indien het na een zorgvuldig onderzoek niet mogelijk is gebleken om de ambtenaar binnen de openbare dienst van de gemeente andere mede in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden voor hem passende werkzaamheden op te dragen, dan wel indien deze zodanige werkzaamheden weigert te aanvaarden.
5. Bij ontslag op grond van artikel 8:3 wordt een opzegtermijn van drie maanden in acht genomen.”
3 Eiseres heeft ter zitting betoogd dat het Reorganisatieplan niet op haar van toepassing kon worden verklaard, nu voorafgaand aan het deeltijdontslag het aantal NLU al niet toereikend was om alle werkzaamheden te dekken.
De rechtbank volgt dit standpunt niet. Het Reorganisatieplan ziet op de gehele organisatie van De VAK. Hieronder vallen tevens de docenten, onder wie eiseres.