ECLI:NL:RBDHA:2017:5635
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid seksuele gerichtheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een man van Iraakse nationaliteit, een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd had aangevraagd op basis van zijn homoseksuele gerichtheid. De aanvraag was eerder door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen, omdat de geloofwaardigheid van de seksuele gerichtheid van de eiser niet werd erkend. De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin de eiser zijn asielaanvraag indiende op 4 november 2015, gevolgd door verschillende gehoren en een voornemen tot afwijzing door de staatssecretaris. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zijn relaas niet met voldoende bewijsstukken heeft gestaafd, wat verweerder de ruimte gaf om de geloofwaardigheid van de verklaringen van de eiser te betwijfelen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de eiser over zijn seksuele gerichtheid als incoherent en onduidelijk beoordeeld. De eiser had verklaard dat hij vanaf zijn elfde jaar zich meer aangetrokken voelde tot jongens, maar kon niet overtuigend uitleggen hoe deze gevoelens zich hadden ontwikkeld. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet in staat was om zijn bewustwordingsproces en de gevolgen daarvan in zijn thuisland adequaat te onderbouwen. De rechtbank heeft ook de verklaringen van de eiser over de problemen die hij ondervond in Irak als gevolg van zijn seksuele gerichtheid niet geloofwaardig geacht, omdat hij geen bewijs kon leveren van zijn relatie met zijn partner en de gestelde mishandeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet voldoende bewijs had geleverd om zijn asielrelaas te onderbouwen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.