ECLI:NL:RBDHA:2017:5278
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaak en aanslag onroerende-zaakbelastingen
Op 17 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen B.V. X, eiseres, en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder. De zaak betreft een beroep tegen de beschikking van 16 februari 2016, waarbij de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [plaats], door verweerder was vastgesteld op € 360.000 voor het kalenderjaar 2016. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, wat door verweerder op 8 september 2016 ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 3 mei 2017 heeft eiseres zich laten vertegenwoordigen door [persoon A], terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door [persoon B]. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van het object niet te hoog was vastgesteld, en dat eiseres evenmin haar bepleite waarde van € 343.000 kon onderbouwen. De rechtbank heeft de waarde van het object uiteindelijk vastgesteld op € 350.000, en de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig verminderd. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 741 en is het betaalde griffierecht van € 334 aan eiseres vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.