ECLI:NL:RBDHA:2017:5146
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- Rechtspraak.nl
Weigering machtiging tot voorlopig verblijf voor gezinshereniging op basis van middelenvereiste en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Marokkaanse vreemdeling, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij zijn echtgenote in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag werd door de staatssecretaris afgewezen op basis van het middelenvereiste, omdat de referente, de echtgenote van eiser, niet zou voldoen aan de vereiste financiële middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de referente niet duurzaam en zelfstandig over voldoende middelen van bestaan beschikt en dat er geen reden was om haar van het middelenvereiste vrij te stellen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt had gesteld dat de referente niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, ondanks het overgelegde arbeidsdeskundige rapport. De rechtbank concludeerde dat de weigering van de mvv geen schending opleverde van het recht op respect voor het privé- en gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.