ECLI:NL:RBDHA:2017:5104
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning regulier voor arbeid als zelfstandige
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2017 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een vreemdeling, die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had aangevraagd onder de beperking 'arbeid als zelfstandige'. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen, omdat de vreemdeling niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en niet de benodigde documenten had overgelegd, zoals een ondernemingsplan. De vreemdeling maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten en haar uitzetting te verbieden totdat op het bezwaar was beslist.
Tijdens de zitting op 2 mei 2017 heeft de vreemdeling, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. De voorzieningenrechter overwoog dat het aan de vreemdeling was om aan te tonen dat zij voldeed aan de vereisten voor de aanvraag. De vreemdeling had echter een bedrijfsplan ingediend, maar dit was pas kort voor de zitting gedaan, waardoor de gemachtigde van de Staatssecretaris niet voldoende tijd had gehad om dit te bestuderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vreemdeling een plausibele verklaring had gegeven voor de late indiening van het bedrijfsplan en dat het belang van de vreemdeling om in Nederland te blijven tijdens de bezwaarprocedure zwaarder woog dan het belang van de Staatssecretaris bij onmiddellijke uitvoering van het besluit.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waardoor de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat op het bezwaar was beslist. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de vreemdeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.