Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
(bedrag aan meerwerk van [A] , rechtbank)
( [uitvoerder 1] , rechtbank)en [B]
( [B] , rechtbank)bij ons op kantoor.
- Graag nader specificeren en toelichten: MW1, MW3, MW8, MW16, MW29, MW31, MW33, MW34, MW39, MW40, MW43, MW53, MW54, MW55, MW59, MW61, MW62, MW63, MW64 (aangeven aanleiding, afwijking t.o.v. bestek, afspraken op papier, bewijsstukken, feiten).
- Door jullie extra benoemd: nader te specificeren: MW22.
- Algemeen aandachtspunt: Er komen vaak toepassen van afsluiters terug in afwijkingen. Graag aangeven waarom we hier meerkosten ten aanzien van het bestek kunnen rekenen en/of concrete afspraken hierover.
Overzicht nog te ontvangen posten werk Frederik Henderikplein Den Haag:
(hoofd bedrijfsbureau [de B.V.] , rechtbank)begrepen dat er nog diverse onderhoudswerkzaamheden door [… 1] moeten worden uitgevoerd. Alvorens wij tot enige betaling over kunnen gaan verwachten wij binnen 7 kalender dagen nu een schriftelijke bevestiging van u kant waarin staat vermeld wanneer u gaat uitvoeren met een bevestiging daarbij van de onderaannemer. Het betreft de volgende opleverpunten die hersteld moeten worden:
Aansprakelijkheidsstelling extra zand verwijderen
Noord – is nader omschreven in het bestek ‘Zeeheldenbuurt Oost’ van 2 september 2013. Het betreft eveneens een RAW-bestek, waarop de UAV 1989 van toepassing zijn.
- Omschrijving, hoeveelheden en prijzen conform bijlage
- Projectkorting 11.6% conform mail 17-01-2014
(hierna te noemen: [uitvoerder 2] , rechtbank)
Omschrijving, hoeveelheden, eenheidsprijzen e.d. conform bijlage
- i) ondergetekende een schriftelijk en deugdelijk onderbouwd herstelplan voor uw (herstel)werkzaamheden inzake Zeeheldenbuurt Oost en Zeeheldenbuurt Noord te doen toekomen; en
- ii) een aanvang te maken met uw (herstel)werkzaamheden en het werk – in overeenstemming met de tussen partijen gemaakte afspraken – uiteindelijk conform uw herstelplan correct op te leveren.
- de door Tauw genoemde gebreken geen gebreken zijn, althans niet voor rekening van [A] komen;
- het werk inmiddels is goedgekeurd en opgeleverd en dat [A] daarom niet is gehouden tot enig herstel;
- [de B.V.] in schuldeisersverzuim verkeert, omdat [A] meermalen heeft aangeboden om de drie terechte herstelpunten in Oost (twee buizen die niet goed in de moffen waren geschoven en één buis waar een gat in zat) te repareren, maar [de B.V.] dit aanbod telkens heeft geweigerd omdat zij herstel niet nodig vond;
- [A] , als hij al tot enig herstel is gehouden, zijn herstelverplichting opschort totdat [de B.V.] aan haar betalingsverplichting in Den Haag heeft voldaan.
3.Het geschil
in conventie
primair: een bedrag van € 15.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten conform het Besluit Normering Buitengerechtelijke kosten,
subsidiair: die schade op te maken bij staat;
4.De beoordeling
- dat de betreffende werkzaamheden meerwerk betreffen en niet onder de aangenomen werkzaamheden vallen;
- dat voor de werkzaamheden een meerwerkopdracht is verstrekt.
(de gemeente, rechtbank)nu precies afwijst en waarom’) en 5 januari 2015 (‘Voor de Fred hebben wij de meerwerkpost rioolinspectie en reiniging doorgenomen. Deze post staat nog steeds ter discussie met de OG’) aan [A] heeft verstuurd. Uit die berichten valt hoogstens af te leiden dat over het meerwerk met de gemeente in overleg wordt getreden, maar niet dat [de B.V.] pas een betalingsplicht jegens [A] heeft als het meerwerk ook door de gemeente is goedgekeurd. Dat laatste blijkt overigens ook niet uit de schriftelijke verklaring van [projectleider] (productie 41 [de B.V.] ), die immers verklaart:
Enige uitzondering hierop zijn werkzaamheden die een gevolg zijn van directe opgedragen werkzaamheden(…) (cursivering rechtbank).’
(€ 60,- per stuk). Omdat [de B.V.] daarvan tot nu toe slechts € 6.960,- plus € 480,- heeft betaald, is [de B.V.] nog een bedrag van € 3.540,- verschuldigd. [de B.V.] betwist dat zij daarnaast nog iets is verschuldigd. Volgens [de B.V.] was voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van de oversteek van kabels en leidingen in de aannemingsovereenkomst door [A] een (niet-verrekenbare) post van € 2.301,40 (20 stuks) opgenomen, maar heeft [de B.V.] uiteindelijk conform afspraak een bedrag van € 3.696,64 aan [A] betaald, omdat in de praktijk meer (te weten 32 stuks) voorzieningen zijn getroffen.
€ 2.831,25 de werkelijk aan het meerwerk bestede uren heeft vergoed en daarmee een redelijke vergoeding heeft betaald voor dit meerwerk. De vordering zal daarom worden afgewezen. Het bedrag van € 165,- voor rubberen ringen wordt eveneens afgewezen, nu die kosten niet door [A] zijn toegelicht.
€ 160,- van [A] toegewezen.
- erkend meerwerkdeel (zie rov. 4.8, incl. mw#34) € 24.755,50
- mw#37 (zie rov. 4.37) € 561,-
- afwijking [X] (zie rov. 4.49) € 1.056,-
- stagnatie rioolploeg (zie rov. 4.53) € 160,
- leegpompen riool (zie rov. 4.58) € 300,-
- af: mw#59 (zie rov. 4.9) € 875,-
- af: mw#68 (zie rov. 4.45) € 227,-
(de acht onder a. genoemde punten, rechtbank)zijn door ons erkend en inmiddels kosteloos door ons hersteld (…).
Om gelijke redenen is de rechtbank van oordeel dat ook de thans geponeerde stelling van [A] dat [de B.V.] de schade niet aan de netbeheerder heeft moeten vergoeden, als onvoldoende gemotiveerd moet worden verworpen. Het enkele feit dat een deel van de facturen van de netbeheerders aan [B.V.2] is gericht, brengt nog niet met zich dat [de B.V.] ter zake geen schade heeft geleden, te minder nu de bijbehorende aansprakelijkstellingen van de netbeheerders wel aan [de B.V.] zijn gericht.