7.3Feit 1
Onder feit 1 wordt de verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het in het openbaar, mondeling en/of middels geschrift en/of afbeelding opruien tot het plegen van terroristische misdrijven, door vier tweets, één retweet en een achtergrondfoto op zijn twee Twitteraccounts te plaatsen.
De verdachte was de gebruiker van de Twitteraccounts met de profielnamen [profielnaam] en [profielnaam] en heeft bekend dat hij de tweets met de afbeeldingen heeft geplaatst.
Bij alle geplaatste berichten houdt de rechtbank rekening met het gebruikte forum, in dit geval Twitter. De rechtbank overweegt in dit verband dat berichten op Twitter zich niet lenen voor analyse naar een achterliggende inhoud. De boodschap die het bericht bij eerste, oppervlakkige kennisname lijkt te verkondigen, is de boodschap die beklijft. Dat de accounts van de verdachte en de berichten die hij hierop plaatste zich kennelijk richtte op de doelgroep moslims, leidt de rechtbank af uit de inhoud van deze berichten alsook de profielfoto’s van de verdachte.
De rechtbank zal hieronder – in chronologische volgorde – iedere tweet afzonderlijk op zijn inhoud behoordelen.
(vierde gedachtestreepje)
Op 6 mei 2015 heeft de verdachte een tweet geplaatst op zijn Twitteraccount [profielnaam] . Deze tweet bevat de tekst:
‘@ [profielnaam] waarneer sharia hier zal heerse moge jou kop van je romp af geslage worde insha allah. Ameen’.
Uit de tweet en de daarop volgende reacties maakt de rechtbank op dat hier sprake was van een discussie, of liever nog een ordinaire scheldpartij, tussen de verdachte en ene [naam] .
Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee niet rechtstreeks opgeroepen tot geweld tegen tegenstanders, vijanden of andersdenkenden, noch opgeroepen tot deelname aan de gewapende jihadstrijd in Syrië, zoals ten laste gelegd. De verdachte dient daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
(eerste gedachtestreepje)
Op 30 juni 2015 heeft de verdachte een tweet geplaatst op zijn Twitteraccount [profielnaam] . Deze tweet bevat een afbeelding van een persoon die de IS-gerelateerde zegelvlag vasthoudt, terwijl hij kennelijk tegenover een peloton van de Mobiele Eenheid staat, met daarbij de tekst:
‘@ [profielnaam]
“America of today is the Pharaoh of yesterday.
And for every Pharaoh there will be a Musa”
- Sheikh Anwar Al-Awlaki (Rahimahullah)’
De rechtbank merkt dit citaat, afkomstig van Sheihk Anwar Al-Awlaki, gezien in combinatie met de afbeelding hooguit aan als propaganda voor IS. Gezegd kan worden dat de verdachte hiermee zijn steun uitspreekt voor IS. Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee echter niet rechtstreeks opgeroepen tot geweld tegen tegenstanders, vijanden of andersdenkenden, noch opgeroepen tot deelname aan de gewapende jihadstrijd in Syrië, zoals ten laste gelegd. De verdachte dient daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
(derde gedachtestreepje)
Op 30 juni 2015 heeft de verdachte nog een tweet geplaatst op zijn Twitteraccount [profielnaam] . Deze tweet bevat een afbeelding van vier strijders te paard, waarvan er één de IS-gerelateerde zegelvlag en een ander een zwaard vasthoudt, met daarbij de tekst:
‘We are just travelers’.
De rechtbank overweegt dat dit tafereel van gewapende strijders te paard niet alleen de gewapende strijd verheerlijkt, maar door de combinatie met de IS-gerelateerde zegelvlag ook een directe link bevat met de actuele strijd in Syrië en daarmee een aansporing is om deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië.
De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het opruien tot het plegen van terroristische misdrijven en de verspreiding van deze opruiende afbeelding. Voor de bewijsmiddelen verwijst de rechtbank naar bijlage II.
(tweede gedachtestreepje)
Op 7 juli 2015 heeft de verdachte een tweet geplaatst op zijn Twitteraccount [profielnaam] . Deze tweet bevat een afbeelding van de zee en lucht daarboven met de tekst:
“I WISH I COULD FIGHT
IN THE CAUSE OF ALLAH
AND THEN BE KILLED
AND THEN FIGHT
AND THEN BE KILLED
AND THEN FIGHT
AND THEN BE KILLED”
MUHAMMAD (PBUH)
Dit citaat is kennelijk van de profeet Mohammed. Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee niet rechtstreeks opgeroepen tot geweld tegen tegenstanders, vijanden of andersdenkenden, noch opgeroepen tot deelname aan de gewapende jihadstrijd in Syrië, zoals ten laste gelegd. De verdachte dient daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
(vijfde gedachtestreepje)
Op 8 juli 2015 heeft de verdachte een bericht geretweet zonder aanvullende eigen tekst op zijn Twitteraccount [profielnaam] . De tweet zelf was afkomstig van iemand die zich [naam] noemt en die als profielfoto een man in gevechtskleding met een groot vuurwapen gebruikt. De tekst bevat een afbeelding van personen met de IS-gerelateerde zegelvlag op een berg, met daarbij de tekst:
“A secret to IS success: Shock troops
who fight to the death”ara.tv/p3acm.
Article from anti IS media praising IS
inghimasiyun.
Door het retweeten van deze tekst, in combinatie met de profielfoto op het twitteraccount van [naam] en de IS-gerelateerde zegelvlag, wordt niet alleen de gewapende strijd in Syrië verheerlijkt maar het bericht bevat ook waardering voor deelnemers aan die strijd. Dit bericht bevat naar het oordeel van de rechtbank daarmee een aansporing om deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië.
Omdat het gaat om een retweet zonder verdere toevoeging van de zijde van verdachte, zal de rechtbank hem vrijspreken van opruiing. Verdachte heeft zich wel schuldig gemaakt aan verspreiding van een opruiend bericht tot het plegen van terroristische misdrijven. Voor de bewijsmiddelen verwijst de rechtbank naar bijlage II.
(zesde gedachtestreepje)
Op 25 juli 2015 heeft de verdachte zijn achtergrondfoto op zijn Twitterprofiel [profielnaam] gewijzigd. Als achtergrondfoto heeft hij een afbeelding gebruikt van de wereldkaart met daaroverheen geplaatst IS-gerelateerde symbolen.
Dat deze afbeelding een utopisch beeld weergeeft van de wereld waarin de Islam de overheersende godsdienst wordt, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat hiermee rechtstreeks wordt opgeroepen tot geweld tegen tegenstanders, vijanden of andersdenkenden, noch dat opgeroepen wordt tot deelname aan de gewapende jihadstrijd in Syrië. De verdachte dient dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.