ECLI:NL:RBDHA:2017:285

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 januari 2017
Publicatiedatum
12 januari 2017
Zaaknummer
09/818362-16
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Winkeldiefstallen gepleegd door verdachte en medeverdachten bij verschillende Albert Heijn filialen

Op 12 januari 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met medeverdachten betrokken was bij meerdere winkeldiefstallen bij verschillende Albert Heijn filialen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in de periode van 15 juni tot en met 12 juli 2016 in totaal vijf winkeldiefstallen hebben gepleegd. De diefstallen vonden plaats in Pijnacker, Nootdorp en Zoetermeer, waarbij gebruik werd gemaakt van zelfscankassa's. De verdachte en zijn medeverdachten hielden telefonisch contact tijdens het plegen van de diefstallen en maakten gebruik van een modus operandi waarbij eerst goedkope artikelen werden afgerekend om vervolgens dure artikelen te stelen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan Albert Heijn voor de geleden schade als gevolg van de diefstallen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/818362-16 en 09/797386-16 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 12 januari 2017
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de door de politierechter naar de meervoudige strafkamer verwezen zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
thans preventief gehecht in de penitentiaire inrichting [P.I.] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ten terechtzittingen van 26 juli 2016 (politierechter, alleen parketnummer 09/818362-16), 4 oktober 2016 (pro forma), 19 december 2016 (inhoudelijke behandeling) en 29 december 2016 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.J. de Graaf en van hetgeen door verdachte en diens raadsvrouw mr. J. Grabowsky, advocaat te Den Haag, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
09/818362-16 (hierna dagvaarding I)
hij in de periode van 17 juni 2016 tot en met 12 juli 2016 te Pijnacker en/of Nootdorp en/of Zoetermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en wel:
- in/uit een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 1] 53 te Pijnacker, één of meer flessen Champagne (Moet & Chandon) en/of één of meer verpakkingen makreel (met een totale waarde van EUR 349,10), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan ALbert Heijn en/of
- in/uit een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 2] 6 te Nootdorp, een hoeveelheid levensmiddelen met een totale waarde van EUR 744,30 (onder meer koffieproducten, drank, scheermesjes vlees- en vis producten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn en/of
- in/uit een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 3] te Zoetermeer, een hoeveelheid levensmiddelen met een totale waarde van EUR 445,86 (vlees- en vis producten) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn;
09/797386-16 (hierna: dagvaarding II)
hij in de periode van 15 juni 2016 tot en met 5 juli 2016 te AMstelveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen meermalen, in elk geval éénmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en wel:
-in/uit een winkel van ALbert Heijn, gelegen aan de [straat 4] 73, te Amstelveen, één of meer flessen Champagne (Moet en Chandon) en/of één of meer verpakkingen vlees (met een totale waarde van EUR 591,93), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn en/of
-in/uit een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 4] 73, te Amstelveen, één of meer flessen champagne (Moet en Chandon) en/of één of meer verpakkingen vlees en/of vis en/of een Dolce Gusto apparaat 9met een totale waarde van EUR 890,34), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
De verdenking kort weergegeven
De verdenking komt er, zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan vijf winkeldiefstallen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte alle tenlastegelegde feiten in vereniging heeft begaan.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van hetgeen verdachte is ten laste gelegd wegens het ontbreken van bewijs. Op basis van de camerabeelden kan niet worden geconstateerd dat verdachte niet zelf een bon heeft gekregen bij de zelfscankassa, waarmee hij de winkel heeft kunnen verlaten. Er is geen bewijs dat een mededader een bon aan verdachte heeft overgedragen; dit is niet te zien op de beelden. Het bewijs ontbreekt dan ook dat de mededader een significante bijdrage zou hebben geleverd aan de winkeldiefstallen.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Inleiding
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 12 juli 2016 om 15:57 uur zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) in het Albert Heijn filiaal gelegen aan de [straat 1] 53 te Pijnacker buiten heterdaad aangehouden op verdenking van winkeldiefstal eerder die dag in Nootdorp. [2] Bij de insluitingsfouillering van [medeverdachte 1] werd een autosleutel van het merk Citroën aangetroffen en uit onderzoek bleek dat deze [medeverdachte 1] eerder in een Citroën Xsara met kenteken [kenteken 1] was aangehouden. Deze auto werd aangetroffen in de omgeving van de Albert Heijn aan de [straat 1] . [3] In deze auto bevond zich in totaal € 1.774,79 aan goederen, verpakt in diverse zakken van de Albert Heijn. [4]
In deze Citroën Xsara werd tevens een navigatiesysteem aangetroffen met onder andere de volgende adressen onder het kopje ‘recente bestemmingen’:
- [straat 1] 1, Pijnacker;
- [straat 3] 150, Zoetermeer.
Op beide adressen zijn filialen van Albert Heijn gevestigd. [5]
De rechtbank ziet aanleiding om de op de dagvaardingen I en II vermelde gedachtestreepjes in chronologische volgorde te bespreken. Bij de beoordeling van het tenlastegelegde wordt derhalve niet de volgorde van de feiten, zoals die op de dagvaardingen is opgenomen, gevolgd, maar komt eerst de verdenking onder dagvaarding II, eerste gedachtestreepje, vervolgens dagvaarding I, eerste gedachtestreepje, gevolgd door dagvaarding II, tweede gedachtestreepje en ten slotte dagvaarding I, tweede en derde gedachtestreepje, aan de orde. De rechtbank zal per feit de bewijsmiddelen bespreken en vervolgens onder het kopje ‘Het oordeel van de rechtbank’ haar conclusie met betrekking tot alle feiten weergeven.
3.4.1
Dagvaarding II, eerste gedachtestreepje
(15 juni 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen)
De bewijsmiddelen
Aangever [aangever 1] heeft op 24 juni 2016 namens Albert Heijn, filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen, aangifte gedaan van diefstal van flessen champagne van het merk Moët & Chandon en van verpakkingen vlees met een totale waarde van € 591,93. Hij heeft verklaard dat op 15 juni 2016 tussen 14:09 uur en 14:30 uur genoemde artikelen zijn weggenomen. De manager heeft de camerabeelden teruggekeken. Daarop zag hij dat er omstreeks 14:00 uur een man de winkel binnenkwam. Deze man had een bril op, had een blanke huidskleur, was ongeveer 40 tot 50 jaar en had een blauwe jas aan. De manager zag dat deze man een karretje pakte en een zelfscanner. Deze man stopte onder meer negen flessen champagne in zijn kar. Hij zag dat de man een behoorlijk volle kar had. De lengte van de bon die de man vervolgens kreeg na betaling bij een betaalpaal kwam niet overeen met het aantal goederen in zijn kar, aldus de manager. De man heeft de spullen in de auto, een Renault Espace voorzien van kenteken [kenteken 2] , geladen en is in die auto weggereden. [6]
[medeverdachte 1] heeft telefonisch verklaard dat hij op 15 juni 2016 de Renault Espace voorzien van kenteken [kenteken 2] heeft geleend en dat hij die dag de enige bestuurder is geweest van deze auto. Hij is met die auto in Amstelveen geweest en heeft daar bij de Albert Heijn boodschappen gedaan, het zou kunnen dat de boodschappen niet betaald waren. Hij wilde geen andere namen noemen van personen die er die dag bij waren. [7]
3.4.2
Dagvaarding I, eerste gedachtestreepje
(17 juni 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53 te Pijnacker)
De bewijsmiddelen
R.L.C. [aangever 6] heeft namens Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53 te Pijnacker, op 18 juni 2016 aangifte gedaan van diefstal van negen flessen champagne van het merk Moët & Chandon en meerdere verpakkingen makreel. Hij heeft verklaard dat op 17 juni 2016 tussen 14:32 uur en 14:44 uur genoemde artikelen zijn weggenomen. Aangever heeft de camerabeelden teruggekeken en zag op die beelden dat er omstreeks 14:32 uur een man de winkel binnenkwam. Deze man had een blanke huidskleur en een normaal postuur, was ongeveer 1.85 meter lang, had licht grijs haar, droeg een blauwe jas en had een wit audio-oortje in zijn oor. Deze man deed negen flessen champagne in een bigshopper tas, die zich in de winkelkar met zelfscanner bevond. Aangever zag niet dat de man de zelfscanner gebruikte om de flessen champagne te registreren. Vervolgens zag aangever dat dezelfde man om 14:34 uur zes verpakkingen makreelfilet uit het schap nam. Hierop zag aangever dat de man met de winkelkar bij betaalpaal 1 in het kassapark stond. Hij stopte een pinpas in de lezer en maakte geen gebruik van het contactloos betalen, waarna hij het kassapark verliet. [8]
De manager van genoemd Albert Heijn filiaal, [aangever 2] , heeft op 12 juli 2016 in een aanvullende aangifte verklaard dat ook hij de camerabeelden heeft teruggekeken. Hij zag dat er twee mannen de winkel binnenkwamen, te weten een kleine man met een bril en een dikke kale man met een zonnebril op. Hij zag dat de dikke kale man een broodje afrekende bij de betaalpaal en een bon kreeg. Hierna heeft deze man ook nog een plastic tas afgerekend bij de zelfscanbalie, ook hier heeft hij een bon bij gekregen. De manager heeft verklaard dat beide bonnetjes werken op de poortjes van de zelfscan. De dikke kale man is met één van de bonnetjes door de poortjes gegaan. De kleine man liep vervolgens met een kar met flessen champagne en diverse andere goederen naar een zelfscanbalie. Aangever zag op de beelden dat deze man deed alsof hij betaalde, maar op de beelden is te zien dat er geen bon uit het systeem kwam. Ook in het kassajournaal is geen transactie te zien. Deze man liep echter wel met een zelfscanbon door de poortjes.
De manager heeft verklaard dat de poortjes bij de zelfscan werken met een bonnetjessysteem. Elke bon is uniek en met een bon kan de klant een kwartier lang door de poortjes bij de zelfscan lopen. Als de bon één keer is gebruikt, verliest deze zijn geldigheid bij de poortjes. [9]
Voornoemde beelden van de beveiligingscamera’s zijn bekeken door verbalisant [verbalisant 1] . Zij bevestigt hetgeen is waargenomen door de manager. [10] Zij herkent de kale stevige man als [medeverdachte 1] en de man met de bril als verdachte. [11]
Beoordeling camerabeelden door de rechtbank
De rechtbank heeft ter terechtzitting met verdachte, [medeverdachte 1] , de raadslieden en de officier van Justitie de camerabeelden bekeken. De rechtbank stelt vast dat de beelden duidelijk en helder zijn en geschikt zijn voor herkenning van personen. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de waarneming door verbalisant [verbalisant 1] die zowel verdachte als [medeverdachte 1] herkent op de beelden. De rechtbank heeft tevens de overige beelden van andere Albert Heijn filialen bekeken. Daarop zijn steeds dezelfde twee mannen te zien. De herkenning van verdachte en [medeverdachte 1] is daarom ook van toepassing in de hiervoor onder 3.4.1. besproken zaak alsmede in de hierna te bespreken zaken. Daar waar in de volgende zaken volgens de processen-verbaal een kleine man met een bril en/of een man met oortjes in zijn oren is te zien, zal de rechtbank daarom, omwille van de leesbaarheid van het vonnis, spreken over verdachte en daar waar volgens de processen-verbaal de kale en/of forse man is te zien over [medeverdachte 1] .
Tevens heeft de rechtbank waargenomen dat een derde man te zien is op camerabeelden, die vlak nadat [medeverdachte 1] de winkel verliet de winkel binnenkwam. De rechtbank herkent deze man als dezelfde man die te zien is op de beelden van de hierna onder 3.4.3 te bespreken winkeldiefstal in filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen op 5 juli 2016. De rechtbank herkent de man aan zijn forse postuur, zijn donkere jas (inclusief de kraag ervan) en zijn schoenen. [12] Ook verbalisant [verbalisant 2] die de beelden van de winkeldiefstal op 5 juli 2016 in het filiaal te Amstelveen heeft teruggekeken, herkent deze man als zijnde dezelfde man. [13]
Ten aanzien van dit feit heeft de rechtbank voorts waargenomen dat verdachte enige handelingen verrichtte bij de zelfscankassa, maar dat er vervolgens geen bon uit de kassa komt. Verdachte heeft vervolgens wel een (opgevouwen) bon in zijn hand, welke bon hij gebruikt om het zelfscanplein te verlaten. [14]
3.4.3
Dagvaarding II, tweede gedachtestreepje
(5 juli 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen)
De bewijsmiddelen
Aangever [aangever 3] heeft op 12 juli 2016 namens Albert Heijn, filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen aangifte gedaan van diefstal van tien flessen champagne van het merk Moët & Chandon en verpakkingen vlees (o.a. biefstuk, entrecote, rib-eye, lamsrack), verpakkingen zalmfilet en een Dolce Gusto apparaat met een totale waarde van € 890,34. Hij heeft verklaard dat op 5 juli 2016 tussen 14:14 uur en 14:32 uur genoemde artikelen zijn weggenomen.
Voornoemde beelden van de beveiligingscamera’s zijn ook bekeken door verbalisant [verbalisant 2] . De verbalisant heeft verdachte en [medeverdachte 1] herkend. [15] De verbalisant zag op de camerabeelden dat [medeverdachte 1] en verdachte met wat tijd ertussen de Albert Heijn inkwamen. Vervolgens rekende [medeverdachte 1] om 14:28 uur wat boodschappen af met behulp van de zelfscanner en rekende daarna bij de servicebalie nog apart een tasje af om vervolgens om 14:29 uur de winkel te verlaten. [medeverdachte 1] wachtte buiten voor de winkel. Medeverdachte 3, die de verbalisant herkent als dezelfde man (verdachte [medeverdachte 2] ) die ook bij de hiervoor besproken diefstal op 17 juni in het filiaal aan de [straat 1] 53 te Pijnacker in beeld kwam, liep om 14:30 uur de winkel uit en trof [medeverdachte 1] buiten voor de winkel om 14:31 uur. [medeverdachte 1] overhandigde aan medeverdachte 3 een autosleutel waarna deze laatste richting de parkeerplaats liep.
Verdachte had inmiddels meerdere goederen in zijn winkelwagen geladen en ging naar de betaalpaal. Hij verrichtte daar enkele handelingen en had hierna een kleine, korte bon in zijn handen, die gezien zijn volle winkelwagen niet paste bij de ‘boodschappen’ die hij daarin had geplaatst. Verdachte bood vervolgens deze bon aan bij de scanner en kon daarmee de winkel verlaten. Nadat verdachte de winkel verliet, liepen hij en [medeverdachte 1] beiden naar de auto waar medeverdachte 3 inmiddels de laadklep had geopend en op hen wachtte. Vervolgens zag verbalisant dat de mannen de boodschappen in de auto laadden en wegreden. De auto bleek de Citroën Xsara te zijn met kenteken [kenteken 1] . [medeverdachte 1] was de bestuurder, verdachte bijrijder en medeverdachte 3 zat achterin. [16]
Nader onderzoek aan de telefoons die bij de insluitfouillering van verdachte en [medeverdachte 1] zijn inbeslaggenomen heeft het volgende uitgewezen. Met de telefoon die bij de insluitfouillering van verdachte is aangetroffen is op 5 juli 2016 om 14:13 uur een uitgaand gesprek gevoerd, welk gesprek 20:06 minuten duurde, met de telefoon (Microsoft Lumia) die bij [medeverdachte 1] is aangetroffen. [17]
3.4.4
Dagvaarding I, tweede gedachtestreepje
(12 juli 2016 13:38 uur, Albert Heijn, filiaal [straat 2] 6 te Nootdorp)
De bewijsmiddelen
[aangever 4] heeft namens Albert Heijn, filiaal [straat 2] 6 te Nootdorp aangifte gedaan van diefstal van een hoeveelheid levensmiddelen (onder meer koffieproducten, drank, scheermesjes, vlees- en visproducten (waaronder entrecote, rib-eye, ossenhaas en zalmfilet)) met een totale waarde van € 744,30. Hij heeft verklaard dat op 12 juli 2016 tussen 13:38 uur en 13:52 uur genoemde artikelen zijn weggenomen. Een winkelmedewerker zag een man met een volle boodschappenwagen naar de zelfscankassa lopen en vervolgens naar buiten lopen met de volle boodschappenwagen. De winkelmedewerker zag op het scherm van de zelfscankassa een melding staan die niet kon kloppen, waarop hij de man achterna liep de winkel uit. Buiten zag de winkelmedewerker de man achterom kijken en hierop de winkelwagen laten staan en wegrennen. Aangever heeft de camerabeelden teruggekeken. Hij zag dat [medeverdachte 1] met behulp van de zelfscanner een paar kleine boodschappen afrekende en vervolgens een tasje kocht bij de zelfscanbalie. [medeverdachte 1] verliet het poortje, zette zijn volle tas bij de ingang en liep de winkel weer in. Verdachte was inmiddels ook in de winkel. Niet veel later rekende [medeverdachte 1] een pak toiletpapier (constatering van de rechtbank: eenzelfde pak toiletpapier dat [medeverdachte 1] de eerste keer toen hij in de winkel was ook al had gekocht, getuige de kassabonnen die bij de aangifte zijn gevoegd, zie blz. 49 en 52) af bij een gewone kassa en verliet de winkel. Verdachte kwam met een volle boodschappenwagen bij de zelfscan. Hij deed een pinpas in de pinautomaat, drukte maar twee maal een cijfer in en beëindigde de betaling. Er kwam geen bon uit de zelfscan. Hierna haalde verdachte een bon uit zijn broekzak waarmee hij de poortjes passeerde. [18]
[aangever 2] , manager van het Albert Heijn filiaal aan de [straat 1] 53 in Pijnacker, heeft verklaard dat hij op 12 juli 2016 van zijn collega van het Albert Heijn filiaal in Nootdorp een foto gestuurd kreeg van een man die zojuist een diefstal had gepleegd in Nootdorp. Sikking herkende deze man direct als de persoon die op 17 juni 2016 onder andere negen flessen champagne uit zijn filiaal had meegenomen. [19]
Voornoemde beelden van de beveiligingscamera’s zijn ook bekeken door verbalisant [verbalisant 2] . Hij heeft de beide mannen herkend als verdachte en [medeverdachte 1] . Hij zag dat verdachte om 13:37:58 uur de supermarkt inkwam en [medeverdachte 1] om 13:39:02 uur. [medeverdachte 1] verliet het zelfscantoegangspoortje vervolgens om 13:51:20 uur, nadat hij de boodschappen had afgerekend en zette zijn volle tas bij een brandblusser. Hierna ging hij de winkel weer in. Verdachte kwam om 13:52:57 uur met zijn volle winkelwagen bij de zelfscankassa. Hij verrichtte wat handelingen bij de pinautomaat, maar er volgde geen bon. Vervolgens pakte verdachte een bon uit zijn jaszak, bood deze aan bij de scanner en verliet de supermarkt. [medeverdachte 1] verliet de winkel direct hierna. [20]
De rechtbank heeft ter terechtzitting de camerabeelden ook bekeken. De rechtbank heeft waargenomen dat verdachte enige handelingen verrichtte bij de zelfscankassa, maar dat er vervolgens geen bon uit de kassa kwam. Verdachte had wel een (opgevouwen) bon in zijn hand toen hij het zelfscanplein verliet, welk plein hij verliet door het scannen van genoemde bon. [21]
Nader onderzoek aan de telefoons die bij de insluitingsfouillering van verdachte en [medeverdachte 1] zijn inbeslaggenomen heeft het volgende uitgewezen. De telefoon die bij de insluitingsfouillering van verdachte is aangetroffen heeft op 12 juli 2016 om 13:40 uur een inkomend gesprek ontvangen afkomstig van de telefoon die bij de insluitingsfouillering van [medeverdachte 1] is aangetroffen, welk gesprek 14:52 minuten duurde. [22]
3.4.5
Dagvaarding I, derde gedachtestreepje
(12 juli 2016 14:27 uur, Albert Heijn, filiaal [straat 3] 150 te Zoetermeer)
De bewijsmiddelen
Aangeefster [aangever 5] heeft op 13 juli 2016 namens Albert Heijn, filiaal [straat 3] 150 te Zoetermeer aangifte gedaan van diefstal van grote hoeveelheden vlees en kip (o.a. ossenhaas, rib-eye, entrecote, biefstuk en zalmfilet) met een totale waarde van € 445,86. Zij heeft verklaard dat op 12 juli 2016 tussen 12:00 uur en 20:00 uur genoemde artikelen zijn weggenomen. [23]
De beelden van de beveiligingscamera’s zijn bekeken door verbalisant [verbalisant 2] . Hij heeft verdachte en [medeverdachte 1] herkend op deze camerabeelden. Verbalisant zag achtereenvolgens het volgende:
14:27:19 uur verdachte liep de supermarkt binnen en pakte een winkelwagen;
14:28:13 uur verdachte liep met de winkelwagen de winkel in. Hij zat met zijn rechterhand halverwege het snoer van zijn oortelefoon. Hier zit het knopje om inkomende gesprekken aan te nemen indien het snoertje is gekoppeld aan een telefoon;
14:28:38 uur verdachte pakte een bonuskaart uit zijn jaszak en pakte hiermee een zelfscanner;
14:28:54 uur [medeverdachte 1] kwam via de parkeerplaats aanlopen. Hij wilde de ingang inlopen, maar stopte plots. Verbalisant zag dat [medeverdachte 1] verdachte zag staan, waarna hij wegliep en op de hoek bleef wachten;
14:29:39 uur [medeverdachte 1] liep de supermarkt in;
14:42:52 uur [medeverdachte 1] liep vanaf de zelfscankassa richting de entree van de parkeerplaats en zette een gevulde plastic tas van de Albert Heijn op de grond bij de entree;
14:42:59 uur [medeverdachte 1] liep de winkel weer in;
14:43:59 uur [medeverdachte 1] liep zonder goederen voorbij de kassa en pakte de plastic tas op;
14:44:50 uur [medeverdachte 1] keek richting de zelfscankassa;
14:44:52 uur verdachte liep vanaf de zelfscankassa met een volle boodschappenwagen naar de uitgang. [medeverdachte 1] liep voor hem uit. [24]
Nader onderzoek aan de telefoons die bij de insluitingsfouillering van verdachte en [medeverdachte 1] zijn inbeslaggenomen heeft het volgende uitgewezen. De telefoon die bij de insluitingsfouillering van verdachte is aangetroffen heeft op 12 juli 2016 om 14:28 uur een inkomend gesprek ontvangen van de telefoon die bij de insluitingsfouillering van [medeverdachte 1] is aangetroffen, welk gesprek 19:27 minuten duurde. [25]
In het navigatiesysteem dat is aangetroffen in de Citroën Xsara Picasso voorzien van kenteken [kenteken 1] stond onder recente bestemmingen onder meer de [straat 3] 150 in Zoetermeer. [26]
Een verbalisant heeft geconstateerd dat de goederen welke op 12 juli 2016 zijn aangetroffen in de Citroën Xsara Picasso voorzien van kenteken [kenteken 1] onder andere afkomstig zijn van de Albert Heijn filiaal [straat 3] 150 te Zoetermeer. [27]
3.4.6
Het oordeel van de rechtbank
Allereerst stelt de rechtbank vast dat verdachte samen met medeverdachte(n) in de periode van een maand soms meerdere malen op één dag bij verschillende Albert Heijn filialen boodschappen heeft gedaan voor honderden euro’s per keer. Voorts stelt de rechtbank vast dat verdachte noch [medeverdachte 1] voor de op de dagvaardingen genoemde goederen bonnen heeft overgelegd. Dat de mannen deze boodschappen samen deden volgt ten eerste uit de camerabeelden bij dagvaarding II, tweede gedachtestreepje (5 juli 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 4] 73 te Amstelveen). Hierop is te zien dat de mannen de boodschappen samen in de auto laden en vervolgens wegrijden. In deze auto is op de dag van verdachtes aanhouding voor € 1.774,79 aan boodschappen aangetroffen, waarvan in ieder geval van een deel bewezen kan worden dat deze van diefstal afkomstig zijn.
De samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] volgt voorts uit het telefonische contact tussen hen gedurende de gehele tijd dat zij zich beiden in de supermarkt bevinden. Dit contact is met betrekking tot drie van de vijf tenlastegelegde winkeldiefstallen vastgesteld.
Daarbij komt dat in alle gevallen door degenen die de camerabeelden hebben teruggekeken (aangevers, verbalisanten en de rechtbank) is waargenomen dat verdachte met een te korte bon voor de inhoud van zijn boodschappenkar de scanpoort passeert. In het geval van dagvaarding I, tweede gedachtestreepje (12 juli 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 2] 6 te Nootdorp) is bovendien waargenomen dat de scanautomaat in het geheel geen bon produceerde en dat verdachte vervolgens een bon uit zijn zak haalde waarmee hij de scanpoort passeerde. Ook met betrekking tot dagvaarding I, eerste gedachtestreepje (17 juni 2016, Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53 te Pijnacker) is waargenomen dat de scanautomaat geen bon produceerde. Bovendien heeft de supermarktmanager met betrekking tot deze diefstal verklaard dat in het kassajournaal ook geen transactie te zien is.
Al deze feitelijkheden roepen om een uitleg door verdachte en [medeverdachte 1] . Dat verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn zwijgrecht is zijn goed recht, maar daarmee heeft de rechtbank geen aannemelijke verklaring gekregen voor deze genoemde feitelijkheden.
Modus operandi
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen met betrekking tot alle tenlastegelegde feiten - in onderlinge samenhang bezien- de volgende modus operandi volgt. Ze doen gezamenlijk boodschappen waarbij ze los van elkaar de winkel betreden, maar wel via de telefoon contact met elkaar houden. Vervolgens rekent eerst [medeverdachte 1] een paar kleine boodschappen af en koopt vervolgens een los tasje bij de zelfscanbalie. [medeverdachte 1] is dan in het bezit van twee kassabonnen waarmee de poortjes van de zelfscankassa’s gedurende een kwartier geopend kunnen worden. Verdachte is intussen in de winkel een boodschappenkar vol aan het laden met luxe artikelen, te weten grote hoeveelheden champagne, koffie en vlees en/of vis. Daarna loopt verdachte naar een zelfscankassa, doet alsof hij afrekent. Hij krijgt echter geen bon, maar verlaat vervolgens de winkel met een zelfscanbon die hij ten tijde van het zogenaamde afrekenen al in zijn bezit heeft. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte, nadat [medeverdachte 1] de winkel heeft verlaten met één van zijn twee bonnen, de andere bon heeft verkregen van [medeverdachte 1] , dan wel via de andere medeverdachte. Het feit dat op de beelden geen overdracht van deze bon is te zien, maakt dat niet anders. Uit de beelden blijkt immers ook dat verdachte en [medeverdachte 1] ervoor zorgen niet samen in de winkel gezien te worden. Mede gelet op het continue telefonisch contact is het goed mogelijk dat de bon niet rechtstreeks wordt overgedragen, maar ergens in de winkel door [medeverdachte 1] of de derde man wordt klaargelegd en dat dit aan verdachte wordt doorgegeven. Vervolgens gaan verdachte en de medeverdachte(n) samen naar de auto, laadden de artikelen in de auto en vertrekken.
Bewuste en nauwe samenwerking
De rechtbank is van oordeel, dat gelet op het hiervoor overwogene, sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn mededader(s) ten tijde van het plegen van genoemde winkeldiefstallen en verwerpt daarmee het bewijsverweer dienaangaande.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op het hiervoor overwogene de vijf tenlastegelegde winkeldiefstallen wettig en overtuigend bewezen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
dagvaarding I
hij in de periode van 17 juni 2016 tot en met 12 juli 2016 te Pijnacker of Nootdorp of Zoetermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeningheeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende, en wel:
- in een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 1] 53 te Pijnacker, flessen Champagne (
Moët& Chandon) en verpakkingen makreel, en
- in een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 2] 6 te Nootdorp, een hoeveelheid levensmiddelen met een totale waarde van EUR 744,30 (onder meer koffieproducten, drank, scheermesjes
,vlees- en visproducten), en
- in een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 3] te Zoetermeer, een hoeveelheid levensmiddelen met een totale waarde van EUR 445,86 (vlees
-en vis producten), toebehorende aan Albert Heijn;
dagvaarding II
hij in de periode van 15 juni 2016 tot en met 5 juli 2016 te A
mstelveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeningheeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende, en wel:
-in een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 4] 73, te Amstelveen, flessen Champagne (
Moët& Chandon) en verpakkingen vlees met een totale waarde van EUR 591,93, en
-in een winkel van Albert Heijn, gelegen aan de [straat 4] 73, te Amstelveen, flessen champagne (
Moët& Chandon) en verpakkingen vlees en vis en een Dolce Gusto apparaat met een totale waarde van EUR 890,34, toebehorende aan Albert Heijn.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van dagvaarding I en II telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de door de officier van justitie gevorderde duur van de gevangenisstraf veel te lang is gelet op de geldende richtlijnen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met (een) ander(en) in de periode van één maand schuldig gemaakt aan vijf winkeldiefstallen. Met dit handelen heeft verdachte laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans goederen. Voorts zien winkelbedrijven die slachtoffer worden van dit soort feiten, in het onderhavige geval de Albert Heijn, zich geconfronteerd met schade. Zij worden genoodzaakt extra beveiligingsmaatregelen te nemen, waarvan de kosten worden doorberekend in de goederen die zij verkopen. De maatschappij is dus als geheel de dupe van dit soort feiten. Daarnaast heeft verdachte het vertrouwen, dat de Albert Heijn aan zijn klanten wil geven door zelfscanmogelijkheden aan te bieden, geschaad.
Verdachte en zijn mededader(s) zijn bovendien professioneel en geraffineerd te werk gegaan, door eerst een paar goedkope artikelen af te rekenen en vervolgens een winkelwagen vol dure artikelen te stelen. Die omstandigheden en het kennelijk gemak waarmee verdachte samen met ander(en) voor grote bedragen steelt, acht de rechtbank kwalijk en verontrustend. De rechtbank weegt dit dan ook in strafverzwarende zin mee in haar oordeel omtrent de strafmaat.
Documentatie
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 14 juli 2016, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Zo is hij in 2010 door deze rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren in verband met het medeplegen van meerdere diefstallen. Ook na die straf is verdachte nog viermaal veroordeeld tot gevangenisstraffen voor winkeldiefstallen en eenmaal voor een poging daartoe. Dat sprake is van veelvuldige recidive wat betreft het plegen van (winkel)diefstallen weegt de rechtbank ook in strafverzwarende zin mee.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van het voorgeleidingsadvies van de reclassering d.d. 15 juli 2016. Verdachte is sinds 1995 bekend bij de reclassering. Sindsdien zijn er diverse soorten rapportages opgesteld en verdachte heeft diverse reclasseringsmeldplichten opgelegd gekregen. Hij is in het verleden diverse malen aangemeld binnen de (forensische) verslavingszorg, maar nimmer is het gekomen tot blijvende abstinentie of het uitblijven van justitiecontacten. Verdachte heeft geen baan en ontvangt geen uitkering.
Straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf in aanmerking genomen dat verdachte veelvuldig recidiveert, alsook dat de winkeldiefstallen op professionele wijze in een korte periode zijn gepleegd, de diefstallen in samenwerkingsverband zijn gepleegd en dat er voor aanzienlijke bedragen aan goederen is weggenomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf onvoldoende recht doet aan het bewezenverklaarde en acht daarom een gevangenisstraf voor de duur zoals door de officier van justitie, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel

Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53-60 te Pijnacker, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 288,51, te vermeerderen met de wettelijke rente.
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de Albert Heijn. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte hoofdelijk de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 288,51, subsidiair 5 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente, ten behoeve van Albert Heijn.
7.2
Het standpunt van de verdediging
Gezien de bepleite vrijspraak, heeft de verdediging verzocht de Albert Heijn niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. Voorts heeft de verdediging bepleit dat het gevorderde bedrag niet goed is onderbouwd. Het betreft een ander bedrag dan vermeld op de aangifte.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de vordering voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit bij dagvaarding I, eerste gedachtestreepje. Dat deze schade – gelet op de aangifte - hoger is dan door de benadeelde partij gevorderd, maakt dit niet anders.
De rechtbank zal de vordering derhalve geheel hoofdelijk toewijzen.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van 17 juni 2016 is ontstaan.
Dit brengt mee, dat de verdachte hoofdelijk dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Aangezien verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder dagvaarding 1, eerste gedachtestreepje, bewezenverklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 288,51, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 juni 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van Albert Heijn.

8.De inbeslaggenomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de voorwerpen op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage aan dit vonnis is gehecht) zullen worden teruggegeven aan de verdachte.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft eveneens verzocht om teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, met uitzondering van de horloges, omdat deze niet van verdachte zouden zijn.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 2, 3, 5 en 6 genummerde voorwerpen.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan met betrekking tot de op de beslaglijst onder 1 en 4 genummerde voorwerpen (horloges) geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 24c, 36f, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I en II ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I en II telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53-60 te Pijnacker, een bedrag van € 288,51
(tweehonderdachtentachtig euro en eenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 juni 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot € 288,51
(tweehonderdachtentachtig euro en eenenvijftig eurocent,vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 mei 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd Albert Heijn, filiaal [straat 1] 53-60 te Pijnacker;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 5
(vijf)dagen;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
gelast de teruggave aan verdachte van de op de beslaglijst onder 2, 3, 5 en 6 genummerde voorwerpen, te weten: twee telefoontoestellen en totaal € 110,- aan geld;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 1 en 4 genummerde voorwerpen, te weten: twee horloges;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.J. Schiffers-Hanssen, voorzitter,
mr. S.L.M. Staals, rechter,
mr. L.C. Bannink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. K.N. Schuurmans-van Erkel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 januari 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2016196725 Z, van de politie eenheid Den Haag, district Zoetermeer – Leidschendam/Voorburg, basisteam Pijnacker-Nootdorp (doorgenummerd blz. 1 t/m 253).
2.Processen-verbaal van aanhouding d.d. 12 juli 2016, blz. 21-22 en 35-36
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2016, blz. 57
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 63-64
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 65 t/m 67
6.Proces-verbaal aangifte d.d. 24 juni 2016, blz. 163-164, met bijlage, blz. 167
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2016, blz. 253
8.Proces-verbaal aangifte d.d. 18 juni 2016, blz. 95-96, met bijlage blz. 99
9.Proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 12 juli 216, blz. 103-104
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juni 2016, blz. 109-110 en proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 115-116
11.Proces-verbaal van bevindingen 5 augustus 2016, blz. 213
12.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 19 december 2016
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli, blz. 178, tijdstip 14:30:49 uur
14.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 19 december 2016
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2016, blz. 207
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2016, blz. 178-179
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2016, blz. 205-207
18.Proces-verbaal aangifte d.d.12 juli 2016, blz. 46-47, met bijlage blz. 53-54
19.Proces-verbaal van verhoor aangever, blz. 103
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 69
21.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 19 december 2016
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2016, blz. 205-207
23.Proces-verbaal aangifte d.d. 13 juli 2016, blz. 119-120, alsmede proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 122
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2016, blz. 149
25.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2016, blz. 205-207
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2016, blz. 65
27.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2016, blz. 207