ECLI:NL:RBDHA:2017:2743
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- G.P. Kleijn
- L.B.M. Klein Tank
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vergunningverlening voor goededoelenloterijen en het belanghebbendebegrip
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2017 uitspraak gedaan in een beroep van Unibet International Ltd. tegen de besluiten van de Kansspelautoriteit. De zaak betreft de vergunningverlening voor het organiseren van goededoelenloterijen, waarbij de Kansspelautoriteit vergunningen heeft verleend aan vier vaste vergunninghouders. Unibet betwist de rechtmatigheid van deze vergunningen en stelt dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Kansspelautoriteit in eerdere besluiten Unibet als belanghebbende heeft erkend, maar in latere besluiten dit standpunt heeft gewijzigd. De rechtbank oordeelt dat de wijziging van het beleid en de erkenning van Unibet als belanghebbende in eerdere besluiten niet in overeenstemming zijn met de huidige besluitvorming. De rechtbank vernietigt de besluiten van de Kansspelautoriteit die de bezwaren van Unibet ongegrond verklaarden, en verklaart het beroep tegen deze besluiten gegrond. De rechtbank oordeelt dat Unibet recht heeft op vergoeding van de proceskosten en griffierechten. De rechtbank verklaart het beroep tegen de besluiten II ongegrond, maar vernietigt de besluiten I, waarmee de vergunningverlening aan de vaste vergunninghouders onrechtmatig wordt verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van een transparante allocatieprocedure voor vergunningen in de kansspelmarkt.