Uitspraak
Rechtbank DEN Haag
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 januari 2017 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [vreemdelingennummer]
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die op 10 oktober 2016 was ingediend. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 21 december 2016 besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is op 11 november 2016 met onbekende bestemming vertrokken, wat door zijn gemachtigde niet is weersproken. Tijdens de zitting op 10 januari 2017 is de gemachtigde van eiser, mr. R.M. Tjong Kim Sang, niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel heeft laten vertegenwoordigen.
De rechtbank overweegt dat de gemachtigde van eiser niet kon aantonen dat zij bevoegd was om het beroep in te stellen, aangezien eiser met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer heeft gehad. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank concludeert dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht, en dat hij geen rechtens te honoreren belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij binnen één week hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroepschrift dient vergezeld te gaan van een kopie van de uitspraak en moet geadresseerd worden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken.