ECLI:NL:RBDHA:2017:2672
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderbijslag voor kinderen in Marokko en de toetsing aan mensenrechtenverdragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de wijziging van de kinderbijslag voor kinderen die in Marokko wonen. Eiser, die dubbele kinderbijslag ontving voor zijn twee kinderen, kreeg te horen dat hij vanaf het derde kwartaal van 2015 geen recht meer had op deze dubbele uitkering. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag aangescherpt, waardoor eiser enkelvoudige kinderbijslag zou ontvangen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat zijn kinderen wel aan de voorwaarden voldeden en dat de wijziging in strijd was met verschillende mensenrechtenverdragen, waaronder het Eerste Protocol bij het EVRM en het IVBPR.
De rechtbank overwoog dat de wijziging van de kinderbijslag een inmenging in het eigendomsrecht van eiser met zich meebracht, maar dat deze inmenging niet in strijd was met de genoemde verdragen. De rechtbank stelde vast dat de wijziging bij wet was voorzien en dat er een legitiem doel was voor de aanscherping van de voorwaarden. Eiser had niet aangetoond dat zijn kinderen voldeden aan de nieuwe voorwaarden voor dubbele kinderbijslag, en de rechtbank oordeelde dat de Svb in redelijkheid had kunnen besluiten om de kinderbijslag te wijzigen. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiser over het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, en concludeerde dat er geen sprake was van ongerechtvaardigd onderscheid tussen kinderen in Nederland en kinderen in het buitenland.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.